De groei en de winst van luxe merken zoals Louis Vuitton, Remy Martin en Bentley zijn in de afgelopen periode - na recordhoogtes - gevoelig gedaald. Dat de verkoop van luxeproducten boomde in de afgelopen jaren, tijdens een periode van wereldwijde recessie, is opmerkelijk op zich. Volgens de Financial Times verkochten luxegoederen de afgelopen 3 jaar beter, vergeleken met een periode van minstens een decennium daarvoor.
China
Een groot deel hiervan is toe te schrijven aan China, de Financial Times schreef hierover op 26 november 2013: “Tussen 2010 hebben relatief kleine en exclusieve merken zoals Hermès tot grote ‘bling bling’ merken zoals Louis Vuitton ondervonden hoe de mix van opkomende welvaart in China en de liefde van haar bevolking voor alles wat luxe is, een ganse industrietak hebben vetgemest. Dit gedurende de magerste tijden die iemand zich kan herinneren”.
Volgens Exane BNP Paribas zorgt China nu voor een kwart van Louis Vuitton ‘s omzet, 35 procent van die van Cartier en 45 procent van de die van Omega. Rolls Royce verkoopt meer auto’s in China dan waar ook ter wereld. Analisten zeggen dat de Chinezen nu goed zijn voor 29 procent van alle luxe klanten wereldwijd. In 2005 was dat nog minder dan 5 procent. Deze evolutie komt overeen met de snelle ontwikkeling van het kapitalisme in China in de afgelopen tien jaar, maar ze illustreert ook de extreme concentratie van rijkdom in weinig handen.
Strijd tegen corruptie
Hoewel China qua luxe goederen de grootste markt van de werelds is, staat het land slechts 92ste op de wereldranglijst wat bbp per hoofd van de bevolking betreft - op gelijke voet met Albanië, Bosnië-Herzegovina en de Maldiven. Dit getuigt van de enorme kloof tussen arm en rijk in het land. Dit leidt tot een explosieve situatie met toenemende strijd van arbeiders en boeren die woedend zijn omwille van de weelderige levensstijl van de rijken en machtigen, vergeleken met hun nederige omstandigheden.
De Chinese regering zag zich door deze situatie en de stijgende staatsschuld genoodzaakt een plan in werking te stellen om de meest opzichtige van de Chinese elite in toom te houden. leider Xi Jinping verklaarde dat de Communistische Partij de “tijgers en vliegen tegelijkertijd moet bestrijden” waarmee hij bedoelt, corruptie uitroeien op alle niveaus.
Onder het mom van een offensief tegen corruptie verwijderden de Chinese leiders Bo Xi Lai in 2012 uit het Politburo en uit zijn positie als partijleider van Chonqing. Hij was een voorbeeld van een ‘Tijger’. Maar er zijn ook gevallen bekend van ‘vliegen’, plaatselijke corruptie schandalen zoals dat van Fan Jianhui, een lokale secretaris van de communistische partij in het dorp Shuyuanjie. De Financial Times berichtte over deze zaak op 17 februari 2012. Door zijn positie had Fan de controle over het busstation van Oost Zhengzhou bekomen en hij runde het als zijn eigen bedrijf. Demonstranten schatten dat dit busstation tussen 2006 en 2012 een nettowinst ter waarde van $ 6,9 miljoen had moeten opbrengen voor de gemeenschap. Hoewel Fan tot nu toe nog geen consequenties voor deze acties heeft moeten ondergaan, zijn net dit soort straatprotesten en klachten, als gevolg van zijn acties, het soort gebeurtenissen die de heersende kliek in Peking zorgen baart.
In China heeft de stalinistische bureaucratie de kapitalistische productiewijze geïntroduceerd. Bijgevolg moet de overheidsbureaucratie nu zelf hervormd worden om de nieuwe economische verhoudingen te dienen.
De groeiende ongelijkheid tussen arm en rijk in China leidt tot instabiliteit, stakingen en opstanden. Daarom bestrijdt de Chinese regering de meest zichtbare uitdrukkingen van rijkdom, zowel door zijn parasitaire mandarijnenkaste als door de opkomende bourgeoisie.
Bezuinigen op extravagante feesten en ‘het geven van geschenken’ (als middel om iemand tot corruptie aan te zetten) en een meer bescheiden levensstijl worden actief aangemoedigd door de nieuwe Chinese regering. Helaas voor Remy Martin, Rolls Royce en Co. heeft dit beleid een invloed op de handelsbalans van zulke luxe merken .
Dit is echter een delicate kwestie. Doordat de overheid dit probleem toevertrouwt aan het publieke bewustzijn dreigt de reputatie van de Communistische Partij nog meer beschadiging op te lopen. Vooral als er geen echte actie wordt ondernomen zoals in het geval van Fan Jianhui en het dorp Shuyuanjie.
Corruptie zit ingebakken op alle staatsniveaus. ‘De top afromen’ is de normale gang van zaken voor staatsambtenaren. Bo Zhiyue, van de nationale universiteit van Singapore, zegt:
“Als je de corruptie definieert als een discrepantie tussen salaris en activa, dan is 99,95 procent van de ambtenaren van alle rangen corrupt. Het is dus onmogelijk om ze allemaal te ontslaan” (Financial Times, 17 februari 2013). De parasiet is zo verweven met zijn gastheer dat een poging om hem te verwijderen het leven van het hele organisme bedreigt.
De campagne tegen ‘tijgers en vliegen’ kan een oppervlakkig effect hebben en schadelijk zijn voor de producenten van luxe goederen maar ze zal de Chinese overheid niet helpen bij het sussen van de verontwaardiging die gewone Chinezen voelen als gevolg van de groeiende kloof tussen de corrupte rijken en gewone arme mensen. Corruptie kan de vonk zijn die de Chinese revolutie doet ontbranden.