Deze morgen, enkel een paar dagen na zijn 93ste verjaardag, vernamen we het tragische nieuws dat kameraad Ted Grant dood is. Het was een grote schok voor ons allemaal. Ondanks z’n leeftijd en de merkbare achteruitgang van zijn toestand in de laatste periode, waren we gewoon geworden aan het idee dat hij er altijd zou zijn, een permanent zekerheid te midden van al de turbulentie en verandering.
Ted zelf leek overtuigd te zijn dat hij nooit oud zou worden, laat staan doodgaan. Dat verklaart zijn welbekende afkeer van verjaardagen. Toen ik hem op z’n verjaardag ging bezoeken was hij volledig onverschillig t.o.v. de versieringen op zijn kamerdeur. Hij wilde enkel horen over politiek, de revolutionaire strijd en het werk van de IMT (Internationaal Marxistische Tendens, waartoe ook Vonk behoort nvdr.) Hij was een man die enkel leefde ten dienste van de arbeidersklasse en de socialistische revolutie. Dat was zo tot het einde.
Alhoewel hij het grootste deel van z’n leven in Groot-Brittannië woonde was Ted Grant in Zuid-Afrika geboren en verloor hij nooit zijn accent. Hij was geboren in 1913 in Germiston, net buiten Johannesburg. Hij vertelde me dat hij voor het eerst tot het politieke leven werd aangetrokken door de behandeling van de zwarte arbeiders. Vanaf een heel jonge leeftijd was hij geïnteresseerd in marxisme. Hij vertelde me dat hij ‘Das Kapital’ begon te lezen toen hij 14 was. Het was het begin van een levenslange passie voor marxistische theorie.
Geïnspireerd door de Russische Revolutie werd hij door Ralph Lee gewonnen voor het Trotskisme. Ralph Lee was lid van de Zuid-Afrikaanse Communistische Partij en werd uitgesloten voor zijn steun aan de Linkse Oppositie. Vanwege de moeilijke omstandigheden in Zuid-Afrika besloten de kameraden naar Groot-Brittannië te verhuizen waar ze grotere mogelijkheden zagen om de beweging op te bouwen. In 1934 verhuisde Ted naar Londen waar hij sindsdien woonde.
Net voor de oorlog was hij de drijvende kracht achter de oprichting van de Workers International League (WIL), de groep waaruit wij oorspronkelijk voortkomen. Later fusioneerde de WIL met andere Trotskisten om de Revolutionary Communist Party (RCP) op te richten. Ted was altijd zeer trots op het werk dat de WIL en de RCP deden. De publicaties uit deze periode, inclusief Socialist Appeal, bevatten een rijkdom aan waardevol politiek materiaal dat zelfs vandaag nog de moeite loont om te lezen. Een deel ervan kan je terugvinden in The Unbroken Thread, een belangrijke bloemlezing uit Teds werk. We streven ernaar het grootste deel van zijn werk her uit te geven op onze website Tedgrant.org.
De moord op Trotski
De moord op Trotski in augustus 1940 was een vernietigende klap voor de jonge en onervaren krachten van de Vierde Internationale. Spijtig genoeg hadden de leiders van de Vierde niet het niveau opgewassen tegen de taken die hen werden opgedrongen door de geschiedenis. Zonder Trotski’s leiding maakten ze een reeks fundamentele fouten. Enkel de leiding van de RCP in Groot-Brittannië was in staat zich aan te passen aan de nieuwe situatie op wereldschaal na 1945.
Dit was het resultaat van de theoretische kennis van Ted Grant. Zijn geschriften over economie, oorlog, de koloniale revolutie en in het bijzonder over stalinisme, waren, en zijn nog steeds, klassiekers van het moderne marxisme. Het was op basis hiervan dat de krachten van het onvervalste marxisme zich konden hergroeperen en opbouwen onder moeilijke omstandigheden.
Ted benadrukte altijd het vitale belang van marxistische theorie waarvoor hij een echte passie bezat. Bij elke belangrijke ontwikkeling van gebeurtenissen greep hij steeds terug naar de klassiekers, Marx, Engels, Lenin en Trotski, die hij door en door kende. Dit was de basis voor als zijn werk en het geheim van z’n succes. Het verklaart hoe hij in staat was een kleine groep van loyale kameraden bijeen te houden in de donkere en moeilijke jaren van kapitalistische opgang die op de tweede wereldoorlog volgden. Een periode waarin de krachten van het echte marxisme gereduceerd werden tot een handje vol en onze tendens enkel bestond uit geïsoleerde groepjes in Liverpool, Londen en Zuid Wales.
Het vereist een bepaald soort moed om te blijven volhouden in een periode van algemene terugval zoals de jaren 1950. Maar Ted was steeds uiterst onbedwingbaar. Hij had volledig vertrouwen in de toekomst van het socialisme en droeg dit over aan iedereen waarmee hij in contact kwam. Hij had ook een geweldig gevoel voor humor, wat besmettelijk was. Met Ted in de buurt kon men gewoon niet pessimistisch of zwaarmoedig zijn. Maar uiteindelijk rustte deze onoverwinnelijke optimistische instelling steeds op marxistische theorie.
Met de hulp van kameraden zoals Jimmy en Arthur Deane, Pat Wall en anderen, was Ted niet enkel in staat de tendens in leven te houden, maar ook hem te versterken. Hij werkte het perspectief uit dat de krachten van het marxisme enkel opgebouwd konden worden op basis van systematisch en geduldig werk in de massaorganisaties van de arbeidersklasse. In Groot-Brittannië betekende dit de vakbonden en de Labour Party – vooral de Young Socialists.
De Militant
Ik ontmoette Ted voor het eerst in 1960 toen hij kwam spreken voor de Jong Socialisten van Swansea waar ik lid van was. Ik werd omver gekegeld door zijn begrip van het marxisme, de duidelijke manier die hij meester was om zelfs de meest ingewikkelde ideeën in eenvoudige taal over te brengen. Gaandeweg ontwikkelden we steunpunten in Londen, Tyneside, Swansea en Brighton.
In 1964 besloten we een nieuwe krant te lanceren, Militant genaamd. We hielden onze eerste vergadering in een kleine kamer in een café in Brighton. Ik vraag me af of veel mensen het toen zelfs nog maar opgemerkt hebben. Maar binnen de 15 jaar was de Militant-tendens een belangrijk element in de Britse politiek. Ooit noemde iemand het de vierde politieke partij in Groot-Brittannië. Alhoewel we als dusdanig geen partij waren, zit er zeker waarheid in deze bewering. Op zijn hoogtepunt had de Militant-tendens om en bij de 8.000 leden, een groot secretariaat in Londen, drie parlementsleden en meer vrijgestelden dan de Labour Party.
Dankzij het werk van de Militant wonnen de ideeën van het marxisme brede steun in de Labour Party en de vakbonden. Dit was een concrete uitdrukking van de juistheid van de ideeën, tactieken en methoden uitgewerkt door Ted Grant. De rechterzijde en haar kapitalistische ondersteuners waren buiten zichzelf. Ze konden zich veroorloven te lachen met wat de sectaire groepen uitrichtten aan de rand van de arbeidersbeweging, maar dit was anders.
Onvermijdelijk lanceerde de rechterzijde een woeste heksenjacht tegen de Militant die uitmondde in een golf van uitsluitingen. In 1983 werd Ted uit de Labour Party gesloten, samen met andere leden van de redactieraad (van Militant nvdr). In een uitdagende speech op de Labour Party conferentie, zei Ted: “We zullen terugkeren!” Hij vertelde hen dat marxisme op geen enkele manier van de arbeidersbeweging kon worden gescheiden.
Dat was zonder twijfel het enige juiste standpunt om in te nemen. Ted zei altijd: “buiten de arbeidersbeweging is er niets!” De correctheid van deze woorden werd duizend keer aangetoond. Toch zijn er mensen die nooit leren. Spijtig genoeg liet een deel van de leiding van Militant het succes naar hun hoofd stijgen. Zij beslisten de platgetreden paden van al de secten te volgen en stapten uit de Labour Party. Om dit te doen moesten ze eerst Ted en diegenen onder ons die hem steunden uitsluiten. Zei die verantwoordelijk waren voor deze criminele dwaasheid rechtvaardigden ze door de te argumenteren dat het ging om een “binnenweg” naar de massa’s. Met zijn gebruikelijk gevoel voor humor antwoordde Ted: “Ja, een binnenweg naar de afgrond”. En dat was het.
Ik herinner me die vergaderingen van een kleine groep kameraden in mijn flat in Bermondsey. Alsof het gisteren was herinner ik me Teds opmerkelijk goede humeur. Nadat we uitgesloten waren uit de Militant grapte hij: “Dit is de beste splitsing die ik ooit heb meegemaakt!” Maar in realiteit bevonden we ons (ten minste in Groot-Brittannië) in een vrij moeilijke positie. Na de val van de Sovjet Unie was er een algemene stemming van pessimisme ter linkerzijde. Marxisme werd van alle kanten aangevallen. Wat was onze taak in die omstandigheden?
Teds voorbeeld volgend beslisten we dat onze eerste taak het verdedigen was van de fundamentele ideeën van de beweging. We publiceerden Reason in Revolt (De Rede in Opstand, wat internationaal een groot succes werd). Daarna kwam Teds boek Russia – From Revolution to Counterrevolution. Ted en ik werkten samen aan veel andere boeken, brochures en artikels die ik zie als het hoogtepunt van een politieke samenwerking en dichte vriendschap die 46 jaar duurde – tot vanmorgen.
Herinneringen aan Ted
De lezers van Socialist Appeal en Marxist.com kennen Ted Grant als een groot marxistisch theoreticus. Maar wie was Ted Grant als mens? Hij was een zeer humaan persoon – totaal niet zoals het stereotiep van een sinistere revolutionair. Hij was altijd te benaderen en converseerde over alle soorten van onderwerpen met iedereen in zijn omgeving – een beetje zoals Socrates in de Agora in Athene, maar dan waarschijnlijk eerder bij de bushalte of het frietkot. “Ik beschouw niets menselijks als vreemd” zou zijn lijfspreuk kunnen geweest zijn.
Ik herinner me dat ik op de universiteit in Sussex was waar we enkele studenten van Healy’s organisatie hadden overgewonnen. Het waren heel intelligente jongeren en ze wilden Ted spreken dus ik organiseerde een vergadering. Het gesprek duurde een lange tijd en ze waren duidelijk gebiologeerd. Naderhand vroeg ik hen hoe het gegaan was en ze waren verbaasd van de brede encyclopedische draagwijdte van zijn kennis. Op een gegeven moment vroeg een van hen of hij iets wist over Scandinavië. Hij antwoordde: “Niet veel” en ging dan verder met een speech van een uur over de politiek, geschiedenis en het economische leven van Noorwegen, Zweden en Denemarken.
Hij had een zeer brede waaier van interesse en kon praten over voetbal en paardenrennen (heel af en toe vond hij het leuk te wedden) net zoals literatuur en cultuur in het algemeen. Zijn favoriete auteurs waren Jack London en Galsworthy. In verband met de ‘Forsyte Saga’ merkte hij me ooit op: “Hij (Galsworthy) toonde de bourgeoisie zoals ze echt zijn en ze hebben hem nooit vergeven”. Wat een geweldig opmerkelijk stuk literaire kritiek! Wat James Joyce betreft konden we het echter nooit eens zijn.
Ted was altijd zeer begaan met z’n gezondheid. “Marx en Lenin verzorgden zich niet” zegde hij met een verwijtende blik alsof hij de grondleggers van het wetenschappelijk socialisme een uitbrander gaf voor hun onachtzaamheid. Hij was ook heel kieskeurig met z’n dieet. Hij at bijvoorbeeld enorme hoeveelheden fruit als ontbijt. Hij rookte niet en begon enkel de laatste jaren af en toe een glas rode wijn bij het eten te drinken omdat hij ergens gelezen had dat het goed voor je is. Anderzijds had hij een vraatzuchtige eetlust en meer dan een kameraad hield geen kruimel meer over na Teds vliegende bezoeken. Hij kwam echter niet aan dankzij een stevig programma van oefeningen, uitgevoerd op een religieuze manier, minstens een uur lang alvorens naar bed te gaan.
Ted was totaal niet zelfbewust over z’n voorkomen. De uitzondering was wanneer hij z’n oudere zus Rae in Parijs bezocht. Rae (die pas verleden jaar stierf) was in tegenstelling tot haar broer zeer modebewust en zou niet blij zijn indien haar broer niet deftig gekleed voor haar zou verschijnen. Daarom plaagde Ted, enkele weken voor zijn vertrek naar Parijs, kameraden om hem te helpen een nieuw pak te kopen. Het moest een blauw serge pak zijn (verklaarde hij) want dat was wat Rea mooi vond. Nadat dit spel zich reeds vele jaren had voltrokken vroeg iemand Rae wat ze van Teds nieuw pak vond waarop ze antwoordde: “Ik wou dat iemand hem zou zeggen op te houden die lelijke serge pakken te kopen!”
Ted als kameraad
Ted was niet de makkelijkste man om mee te werken. Zijn diepgaand begrip van het marxisme en zijn aandrang op 100 percent correctheid, maakten hem een moeilijk leermeester, vooral wanneer het op schrijven aankwam. Hij overliep een dozijn keren een manuscript, rood potlood in de hand, doorhalend, onderlijnend en ontcijferbare commentaren kribbelend in de marge terwijl de ongelukkige auteur ontzet toekeek. Sommige mensen geraakten hiervan overstuur maar persoonlijk zag ik het als een nuttige training. Uiteindelijk zijn de ideeën het belangrijkste en niet het persoonlijk ego van kandidaat auteurs. Zei die de ideeën het belangrijkst vonden leerden veel.
Ted had een grenzeloze honger naar politiek werk en discussie. Maar hij had zijn eigen routine en stond zichzelf niet toe hiervan af te wijken. Hij las de dagbladen niet – hij verslond elke regel. Elke dag las hij The Financial Times, The Morning Star en (voor redenen die ik nooit begreep) The Daily Express. “Je moet ze allemaal lezen, van de eerste tot de laatste bladzijde”, hij zei “dit is de huidige geschiedenis”. Tijdens demonstraties was hij altijd op post, op- en neerlopend langs de betogers, met de Socialist Appeal moedig opgestoken in de hand. Meestal verkocht hij meer dan eender wie. Hij had iets over zich waar je moeilijk nee tegen kon zeggen.
Maar het was het spreken in het openbaar waar hij zich werkelijk helemaal in terugvond. Hij sprak meestal een uur – soms langer – en kon steeds mensen hun aandacht bewaren. Zijn toespraken toonden een diepgaand begrip van het onderwerp, met veel feiten (“feiten, cijfers en argumenten zijn wat we nodig hebben” zei hij wanneer hij advies gaf i.v.m schrijven of spreken in het openbaar). In zijn speeches zaten niet van dat soort negatieve, gemene of haatdragende elementen die zo typerend waren voor het geschetter van de secten. Er waren geen persoonlijke aanvallen, maar dikwijls ventileerde hij zijn gevoel voor humor. Vooral wanneer hij sprak over de bourgeoisie of de leiders van de rechtervleugel. Soms barstte hij zelfs in lachen uit wanneer hij sprak over de stommiteiten van deze dames en heren en dit was zo aanstekelijk dat iedereen het bescheurde.
Ted was bijzonder geïnteresseerd in marxistische economie en marxistische filosofie. Zijn brochure Will There be a Slump? is een klein meesterwerkje, terwijl The Marxist Theory of the State een van de heel weinige werken van het moderne Marxisme is waarvan werkelijk gezegd kan worden dat het iets toevoegde aan, en zorgde voor verdere ontwikkelde van, de theorieën van Marx en Engels. In verband met zijn gepassioneerde interesse in marxistische filosofie volgde hij alle ontwikkelingen van de moderne wetenschap op de voet. Een bepaalde opmerking trof mij als bijzonder diepgaand. Hij zei dat in de menselijke geest, “materie zich eindelijk bewust geworden was van zichzelf”. Een mooiere manier om filosofisch materialisme uit te drukken zou moeilijk voor te stellen zijn.
De laatste periode
Ten tijde van splitsing van Militant was Ted reeds een “jonge man” van 78. Maar hij ging door zoals voorheen, reizen naar andere landen, toespraken houdend van anderhalf uur. Hij leek vastberaden eeuwig door te gaan. Soms leek alsof hij zichzelf had overtuigd dat hij dat ging doen. Het was werkelijk een formidabele prestatie. Maar vroeg of laat doet de natuur haar dominantie gelden.
Ted was aan het spreken tijdens een vergadering in Londen wanneer hij plotseling volledig stilviel. We beseften later dat hij een kleine beroerte had gehad. Hij herstelde goed, maar het rode licht was reeds aan het knipperen. Een toegewijde groep kameraden hielp Ted zo goed als mogelijk, maar zijn fysieke toestand ging duidelijk achteruit. Deze achteruitgang versnelde na een operatie van zijn prostaat. Hij was niet langer in staat te werken zoals voorheen en sprak enkel uitzonderlijk nog op vergaderingen.
Uiteindelijk had hij voltijds professionele verzorging nodig en ging in een ouderlingentehuis op het platteland nabij Romford wonen. Daar had hij zijn boeken en werd bezocht door kameraden die verzekerden dat hij goed verzorgd werd. In deze context willen we in het bijzonder kameraden Steve en Sue Jones bedanken. Ted was comfortabel genoeg, fysiek sterk voor zijn leeftijd, nog altijd in staat zonder hulp te wandelen en leed geen pijn, maar hij verlangde ernaar weer actief te zijn. Hij wou horen over het werk van de tendens (roddels interesseerden hem nooit in het minst). Ik vertelde hem over de successen van de IMT in Venezuela. Hij klaarde op: “Dus we doen het goed dan?” “Ja, Ted, we doen het heel goed. En dat is allemaal dankzij jou.”
Alhoewel in het algemeen zijn concentratie en geheugen achteruitgingen had hij heldere momenten waarop hij vrij goed in staat was deel te nemen aan politieke discussies. Ik maakte gebruik van die dagen om enkele interviews te doen i.v.m. de geschiedenis van de beweging die we op marxist.com publiceerden. Enkele weken geleden vroeg ik hem: “Als je Chavez zou ontmoeten, wat zou je hem dan zeggen?” Hij antwoordde onmiddellijk: “Ik zou hem zeggen de macht te nemen.”
De laatste keer dat Ana en ik hem bezochten was afgelopen zondag (zijn 93ste verjaardag). Hij leek veel trager dan gewoonlijk en praatte niet al te veel, maar was nog steeds in staat ons naar de voordeur te begeleiden. Ik sprak hem bijna elke dag via de telefoon sinds dan. Gisterenavond belde hij terug en vroeg wanneer ik hem kwam bezoeken. Ik antwoordde dat ik vrijdagmorgen zou bellen wanneer ik Manzoor Ahmed, de marxistische parlementair uit Pakistan, hoopte mee te nemen om hem te bezoeken. Hij was zeer tevreden en dat is hoe we uit elkaar gingen.
Het bezoek was bestemd niet door te gaan. Ted Grant is niet langer met ons. De man die zoveel deed om het marxisme te verdedigen en bijna eigenhandig de erfenis van het trotskisme redde van schipbreuk, is overleden. Voor diegenen onder ons die werden gevormd door Ted, die werkten en streden aan zijn zijde om de revolutionaire beweging uit te bouwen en loyaal aan hem zijn gebleven tot het einde, is dit een bittere klap.
Hij was de laatst levende vertegenwoordiger van een opmerkelijke generatie – een generatie van revolutionaire reuzen die onder de vlag van Leon Trotski vocht en die de eer van de Russische Revolutie redde en haar erfenis bewaarde om ze over te dragen, ongeschonden en onberispelijk, op de nieuwe generatie. Ted Grant was de meest opvallende vertegenwoordiger van die generatie. Hij heeft ons de vlag gegeven – het programma, de theorie, de methoden en de ideeën die overwinning kunnen brengen.
Ted Grant was nooit een sentimenteel man. He zou niet willen dat we onze tijd verdeden met vruchteloos gejammer en rouwen. We zullen rouwen om het heengaan van een groot man, kameraad en vriend, maar we zullen zijn herinnering vieren op de enige manier waarvoor hij zou applaudisseren: door het werk te versnellen, door te vechten voor de ideeën van het marxisme, en doormiddel van het uitbouwen van de Internationale Marxistische Tendens. We zullen een monument bouwen in nagedachtenis van kameraad Grant – een onvernietigbaar monument van proletarische organisatie – een monument dat in staat is de wereld te veranderen.
Er was niemand zoals Ted Grant toen hij leefde en niemand kan hem vervangen nu hij er niet meer is. Maar in de rangen van de Internationale Marxistische Tendens bevinden zich vele ervaren kaders die de ideeën en methodes hebben geabsorbeerd en volledig uitgerust zijn om ze in praktijk om te zetten. Vandaag kan niemand er aan twijfelen dat de tendens die gecreëerd en gevoed werd door Ted Grant op een standvastige manier vooruitgaat en de ene na de andere overwinning behaalt op wereldschaal. De autoriteit en het prestige van deze ideeën waren nooit zo hoog als op dit moment. Dat is de beste getuigenis van de correctheid van Ted’s ideeën en aanpak. Het is de rechtvaardiging van zijn levenswerk waarvoor we hem allemaal eeuwig verschuldigd zijn.