2019: Nieuw jaar, nieuwe crisis

We stappen een nieuw jaar in en de wereld bevindt zich op een beslissend keerpunt. De crisis van het kapitalisme bereikt een nieuwe hoogte – één die dreigt de gehele bestaande wereldorde omver te werpen die na Tweede Wereldoorlog werd gevormd. 10 jaar na de financiële instorting van 2008, heeft de burgerij de economische crisis niet kunnen oplossen.

[Source]

Alle offers en pijn van de laatste 10 jaar hebben de crisis niet opgelost, maar alleen maar het leed, de armoede en de wanhoop van de massa’s doen stijgen, terwijl een parasitaire minderheid enorme hoeveelheden aan geld heeft verworven. Maar politiek is uiteindelijk geconcentreerde economie. Een decennia terug voorspelden wij dat alle pogingen van de regeringen om de economische balans te herstellen, alleen maar zouden leiden tot het vernietigen van de sociale en politieke balans. Dit zien wij nu in het ene na het andere land.

In Europa hebben we de Brexit crisis – op zichzelf een zeer destabiliserend element in de situatie. Het heeft Groot-Brittannië in een diepe crisis gegooid zonder eind in zicht. Nog niet zo lang geleden was Groot-Brittannië misschien wel het meest politiek stabiele land van Europa. Nu is het één van de meest instabiele landen.

Een paar weken terug op Channel 4 News zagen wij de bekende conservatieve politieke commentator Matthew Paris, die gevraagd werd of de huidige crisis de meest serieuze is in de Britse geschiedenis. Hij antwoordde als volgt:

“Ik kan mij de Suez-crisis van 1956 herinneren. Dat was een heel serieuze crisis, en ik heb sindsdien door andere crises geleefd. Maar in het verleden had ik, los van hoe zwaar de crisis was, altijd het gevoel dat iemand, ergens, een plan had – een duidelijk idee om uit de crisis te komen. Ik heb dat gevoel niet langer meer.”

Over een week zal de Britse premier Theresa May haar noodlottige deal voorleggen aan het Britse parlement voor goedkeuring. Haar kans op succes is zo goed als nul. Maar wat zal er volgen, nadat de deal die samen met de EU gemaakt werd, wordt afgewezen? De mogelijkheid voor Groot-Brittannië om de EU te verlaten zonder een akkoord, zal gegarandeerd zorgen voor ongekende economische, sociale en politieke chaos – niet alleen in Groot-Brittannië, maar door heel Europa heen.

Het feit dat zo’n scenario zelfs maar overwogen wordt, laat zien dat het Britse politieke establishment er slecht aan toe is. Maar de klok tikt, en voor Groot-Brittannië raakt de tijd op. Welk alternatief er ook voorgesteld wordt, het zal een ramp zijn. In ieder geval lijkt er een rommelige periode aan te komen voor Groot-Brittannië.

De crisis van Europa eindigt daar echter niet. In Duitsland, dat decennialang de werkelijke motor was achter de Europese economie, staat de lange heerschappij van de twee grootste politieke partijen – de Christen-Democraten en de Sociaal-Democraten – op het punt van instorten. Dat Angela Merkel haar positie opgaf als leider van de Christen-Democraten, was alleen maar een symptoom van de onderliggende politieke spanningen, die een teken zijn van groeiende sociale polarisatie.

Hetzelfde fenomeen kan worden waargenomen in veel landen. In Frankrijk werd de verkiezingsoverwinning van Emmanuel Macron ingeluid als een grote overwinning voor het politieke midden. Macron zou een einde brengen aan extremisme op links en rechts, maar het duurde niet lang voordat deze illusie verdween door de klassenstrijd.

De belachelijke illusies van de politieke commentatoren, die in deze nietige politieke narcist een redder zagen, niet alleen voor Frankrijk maar voor heel Europa, verdwenen als sneeuw voor de zon. De instorting van Macrons populariteit was sneller en catastrofaler dan die van zijn voorganger, François Hollande. De peilingen die hem meer dan 70 procent steun gaven tijdens zijn verkiezingen, waren in december onder de 20 procent.

Deze dramatische ommekeer was het directe resultaat van iets dat niet mocht plaatsvinden: de directe revolutionaire actie van de massa’s. In een kwestie van enkele weken lukte het de arbeiders en jongeren van Frankrijk om het valse beeld van onkwetsbaarheid van de Franse president stuk te slaan, die was teruggevallen tot smeekbedes om hem te laten regeren. De man die opschepte dat hij zich nooit zou overgeven aan “de straat” moest een beschamende ommekeer maken. Uiteindelijk is dat niet genoeg om hem te redden.

Frankrijk en Duitsland

Decennialang werd het lot van Europa bepaald door twee landen: Frankrijk en Duitsland.

In het begin wilde de Franse heersende klasse, met haar overdreven gevoel van belang, Duitsland aan haar zijde hebben, om als economische basis te dienen voor een verenigd Europa, terwijl Frankrijk het politieke leiderschap zou bieden. Een ijdele hoop! Uiteindelijk is het de economische macht die de politieke bepaalt, niet andersom.

Vandaag de dag is het duidelijk dat het Duitsland is, en niet Frankrijk, dat alle fundamentele kwesties in Europa beslist. Macrons ambitie dat hij zou dicteren aan Berlijn (en zelfs aan Washington!) werd snel blootgesteld als de belachelijke illusie die het was. Merkels crisis zal niet dienen om de macht en autoriteit van de Franse president te versterken.

De groeiende scheiding tussen Frankrijk en Duitsland is niet gebaseerd op religieuze principes, moraal, filosofie of humanisme, maar op geld, dat onder kapitalisme de hart en ziel als echte motor van de samenleving vervangt. Onder omstandigheden van kapitalistische crisis, is er geen manier waarop deze breuk genezen kan worden. Ze dreigt een existentiële crisis te veroorzaken in de kern van de Europese Unie.

Macron laat een groot gevoel van sympathie zien voor de problemen van Italië en andere Mediterrane naties die helaas in schulden zijn gevallen de afgelopen jaren.

Zichzelf wikkelend in de vlag van Europese solidariteit, pleit hij met de EU om humanisme en vrijgevigheid te laten zien. Zei Onze Heer zelf niet immers "en vergeef ons voor onze zonden?"

Wannneer Macron pleit voor het vergeven van schulden, is hij ervan bewust dat degenen die moeten vergeven niet in Parijs te vinden zijn, maar in Berlijn. En degenen die aan de touwtjes van de Bundesbank trekken, zijn niet zo enthousiast over schulden vergeven, of wat dan ook, zoals de Grieken graag zouden willen getuigen.

In zijn eigen land was Emmanuel Macron vastbesloten om beleid uit te voeren van diepe bezuinigingen, samen met belastingsverlaging voor de rijken. Maar Macrons overgave aan de Gele Hesjes, waarbij hij 10 miljard euro beloofde, zou betekenen dat het begrotingstekort van Frankrijk eropuit is, zoals dat van Italië, om de grenzen te overschrijden die door de Eurozone toegestaan zijn. Dit feit verklaart het een en ander wat betreft de verschillende houdingen van de heersers van Frankrijk en Duitsland.

Alle factoren die de centrifugale tendensen benadrukken, tellen zich bij elkaar op, wat de tegenstellingen en spanningen tussen naties, waar de EU voor werd opgericht om te vermijden, verergert. Om het erger te maken hebben we de crisis die veroorzaakt werd door de stroom van vluchtelingen die op Europese deuren kloppen. Dit heeft op zijn beurt nieuwe breuklijnen tussen Duitsland en zijn Oost-Europese satellieten tot stand gebracht.

Polen en Hongarije staan in directe confrontatie met de Europese Unie over het immigratievraagstuk, van de zijlijn gesteund door de rechtse regering in Oostenrijk. In Duitsland wint de reactionaire anti-immigrantenpartij Alternatief voor Duitsland (AfD) veel grond, voornamelijk in vier Oostelijke staten van Duitsland.

Het podium is daarmee gereed voor een groot politiek drama in Europa. De Brexit-crisis is alleen maar een gordijnkoord. De federalistische visie voor Europa is spoorloos in de diepte gezonken. Verre van dat ze zich naar meer eenheid beweegt, valt de Europese Unie voor onze ogen uiteen.

Nieuwe breuklijnen verschijnen

De politieke spanningen tussen Frankrijk en Duitsland zijn slechts een oppervlakte-uitdrukking van diepe economische scheidingen tussen Noord- en Zuid-Europa. Recentelijk is er een nieuw blok opgekomen – nog een breuklijn naast vele andere barsten die de Europese Unie dreigen te laten ineenstorten. Sommigen hebben het tot een nieuwe Hanzeverbond gedoopt, teruggaande tot de machtige groep kooplieden in het Oostzeegebied die in de middeleeuwen een groot deel van het Europese financiële leven domineerde.

Er is een kloof ontstaan tussen de armere landen in Zuid-Europa en de meer welvarende economieën in het noorden. Denemarken, Zweden, Finland, Estland, Letland, Litouwen, Nederland en Ierland zijn relatief kleine landen in de bredere Europese context, maar ze hebben zich verbonden om weerstand te bieden aan de claims van Zuid-Europese landen op de Europese begroting om enorme tekorten te dekken.

Na jaren van bezuinigingen en vreselijk lijden, is Griekenland verruïneerd door de ijzeren omhelzing van Berlijn en Brussel. Niets is opgelost en de crisis heeft zich nu verspreid naar Italië, waar het opgestapelde tekort 130 procent van het BBP bedraagt. De anti-EU-coalitie in Rome heeft een begroting goedgekeurd die de door Brussel opgelegde limieten heeft geschonden, waardoor er een openlijke confrontatie ontstond. Voorlopig zijn de scheuren gelijmd. Maar de crisis in Italië blijft en heeft veel ernstigere gevolgen voor de EU dan Griekenland ooit heeft gehad.

Alles bij elkaar genomen is Griekenland een relatief kleine economie in de periferie van Europa. Daarentegen is Italië de derde grootste economie van de eurozone. De Italiaanse regering hoopte dat ze, door geld in de economie te pompen, deze weer konden laten groeien. Maar als de Italiaanse schatkist gedwongen zou zijn hoge boetes te betalen, dan zou dit alle mogelijke gevolgen van de extra uitgaven hebben tenietgedaan.

Luigi di Maio, de leider van de Vijfsterrenbeweging (M5S), en Matteo Salvini van de Noordelijke Liga keken in de loop van een geweer en zagen dat discretie het beste deel van moed was, slikten hard door en gooiden de handdoek in de ring. Uiteindelijk werd een wankel akkoord bijeengeraapt. De Europese Commissie ging schoorvoetend akkoord met een compromisplan.

Italië beloofde het nominale begrotingstekort terug te brengen van 2,4 procent van het BBP, naar 2 procent. De commissie was het erover eens dat het structurele tekort, dat eenmalige maatregelen en conjuncturele effecten uitsluit, volgend jaar onveranderd zou moeten blijven. "De oplossing op tafel is niet ideaal," mopperde Valdis Dombrovskis, vicevoorzitter van de Europese Commissie. Dat was een behoorlijk understatement.

Dankzij de overeenkomst kan de Commissie juridische stappen tegen Italië vermijden - "op voorwaarde dat de maatregelen volledig worden uitgevoerd". Die ondergeschikte clausule geeft aan dat de botsing met Italië niet is opgelost - alleen uitgesteld. Het budget van volgend jaar bood geen oplossingen voor de langetermijnproblemen van het land.

Waarom ging de Europese Commissie akkoord met een onbevredigende deal? Het antwoord is te vinden, niet in economie, maar in de politiek. Ze hadden net toegestaan dat de Franse president wegkwam met het beloven van maximaal € 10 miljard aan extra uitgaven om de rebellie van de Gele Vesten te onderdrukken. Dat dreigde volgend jaar het begrotingstekort van Frankrijk ruimschoots te verhogen boven de grens van 3 procent van het BBP van de eurozone. Ze waren daarom nauwelijks in staat om veel druk uit te oefenen op de Italianen, van wie het verwachte tekort feitelijk minder dan 3 procent van het BBP bedroeg.

Maar er waren duidelijk andere, serieuzere overwegingen. In een interview met Corriere della Sera, een dagblad, zei de Italiaanse premier Giuseppe Conte dat hij de Commissie eraan herinnerde dat zijn regering "te maken kreeg met een plicht om de sociale stabiliteit in Italië te handhaven". Dat was een nauwelijks verhulde bedreiging: ofwel stop je met ons onder druk te zetten, of Italië zal te maken krijgen met een sociale explosie die gevolgen zal hebben over onze grenzen heen. De waarschuwing raakte niet verloren voor de mannen in Brussel.

Men zou kunnen zeggen dat Italië te groot is om te falen. Maar men moet eraan toevoegen dat het ook te groot is om te redden. Er is niet genoeg geld in de Bundesbank om het noodlijdende Italiaanse kapitalisme te redden. Dit drama is nog niet uitgespeeld.

Een wereldwijde crisis

In de jaren twintig voorspelde Trotski dat het centrum van de wereldgeschiedenis, dat al van de Middellandse Zee naar de Atlantische Oceaan was verplaatst, in de toekomst zou overgaan van de Atlantische Oceaan naar de Stille Oceaan. Die opmerkelijke voorspelling is nu een feit. Europa raakt achterop Amerika en China in de race voor nieuwe kunstmatige intelligentietechnologieën. In 2019 zal India waarschijnlijk zowel Groot-Brittannië als Frankrijk inhalen (althans in absolute termen) om de op vier na grootste economie ter wereld te worden. De toekomst van de wereldgeschiedenis zal uiteindelijk worden bepaald, niet door Europa, maar door de Stille Oceaan.

Dit proces zelf is echter vol tegenstrijdigheden. Het lot van de wereldeconomie hangt in grote mate af van China, dat tot voor kort een van zijn belangrijkste motoren was. Maar China is voor een groot deel afhankelijk van de export. De dalende vraag in Europa en de VS heeft gezorgd voor een crisis van overproductie in staal en andere belangrijke sectoren van de Chinese economie. De groeisnelheid van China is vertraagd tot ongeveer 6,5 procent.

Hoewel dit een hoog cijfer lijkt in vergelijking met de miserabele groeipercentages in Europa en de VS, is het alarmerend traag in vergelijking met het verleden. Algemeen wordt aangenomen dat een groeipercentage van minder dan 8 procent voor China gevaarlijk laag is, omdat dat het percentage is dat nodig is om de groei van de bevolking bij te benen.

China is nu opgekomen als wereldmacht die steeds meer in conflict komt met de Verenigde Staten. De handelsoorlog tussen deze twee landen is een duidelijke manifestatie van dit feit.

Desondanks behoudt de VS nog steeds haar dominante positie in de wereldeconomie en -politiek. De combinatie van stijgende rentetarieven en een stijgende dollar heeft gediend om grote hoeveelheden speculatief kapitaal naar de VS te lokken, met rampzalige gevolgen voor de zogenaamde opkomende markten in Latijns-Amerika, Azië en het Midden-Oosten. Hun wankele economieën zien zichzelf overgeleverd aan de machtige dollar, die hen in de knel houdt, de schuldenlast verergert en waardevolle investeringen weghaalt.

In de afgelopen periode hebben de zogenaamde opkomende economieën gewerkt als een stimulans voor de economische groei van de wereld. Nu zijn ze huiverig tot stilstand gekomen. Turkije, Argentinië, Brazilië en andere voorheen veerkrachtige economieën zitten nu in een recessie of, in het beste geval, stagnatie.

Het ware gezicht van het Amerikaans imperialisme

Donald Trumps slogan "make America great again" is een soort imperialistisch manifest, waarvan de ondertitel luidt als volgt: "we zullen Amerika opnieuw groot maken ten koste van de rest van de wereld." Achter de verbijsterende, opschepperige retoriek ligt een duidelijke bedreiging voor de rest van de wereld: doen wat we zeggen, of de gevolgen onder ogen zien.

President Trump heeft heel weinig tijd voor de Europese bondgenoten van Amerika, die hij terecht als dwergen beschouwt in vergelijking met de gigantische macht van de VS. Hij is geïrriteerd door de pretenties van de Europeanen, hun gedoe op het wereldtoneel en hun belachelijke pogingen om het buitenlands beleid van de VS te beïnvloeden. Ze zoemen rond zijn hoofd zoals zoveel vervelende vliegen. En waar eerdere Amerikaanse presidenten het prima vonden om te doen alsof ze hen aandacht wilden schenken, is het zijn instinct om ze hard te meppen, opdat ze hem niet langer lastig vallen.

Het beleid van Trump is in wezen niet heel anders dan dat van zijn voorgangers. Ze aarzelden niet om de economische en militaire macht van Amerika te gebruiken om zijn wil op te leggen aan de rest van de wereld. Maar dat deden ze op een andere manier: sommigen zouden kunnen zeggen met meer finesse, anderen zouden (eerlijker) zeggen, met extreme hypocrisie.

Terwijl ze de deugden van democratie, gerechtigheid, vrede en menselijkheid verkondigden, aarzelden ze niet om iedere manifestatie die in tegenspraak was met de echte of veronderstelde belangen van Amerika, te vertrappen. Donald Trump doet precies hetzelfde, maar doet niet de moeite om waarden te verkondigen waarin hij absoluut geen interesse heeft en die in ieder geval absoluut geen rol spelen in de buitenlandse politiek van het Amerikaanse imperialisme of enig ander imperialisme.

Trump heeft het hypocriete masker van fatsoen opzij geschoven om het echte, lelijke gezicht van het Amerikaanse imperialisme te onthullen voor de hele wereld. In zoverre zou je kunnen zeggen dat hij verfrissend eerlijk is.

Amerika blijft nog steeds een kolos op wereldschaal. Zijn economische en militaire macht is werkelijk enorm. Maar de macht van Amerika is niet onbeperkt. Zijn grenzen zijn met brute helderheid aangetoond in Irak, Syrië en Afghanistan. En president Trump is niet traag geweest in het trekken van conclusies.

Trumps hele instinct neigt naar isolationisme - een zeer oude en geëerde traditie van een bepaald deel van de Amerikaanse heersende klasse. Zoals we hebben gezien, is hij volledig ongeïnteresseerd in de zaken van zijn Europese "bondgenoten" (in een moment van ongebruikelijke oprechtheid beschreef hij ze als "vijanden", in tegenstelling tot de Russen, die louter "rivalen" waren).

In feite heeft hij zelfs niet veel tijd voor de NAVO en ziet hij liever dat deze wordt ontbonden, samen met de Verenigde Naties, de NAFTA, de Wereldhandelsorganisatie en alle andere ongezonde manifestaties van internationale organisaties.

Maar aangezien hij helaas naar de mening van zijn talloze vervelende adviseurs moet luisteren, is hij met tegenzin gedwongen het bestaan van deze onaangename militaire alliantie te aanvaarden, terwijl hij hard eist dat zijn Europese "bondgenoten" hun portemonnee trekken om dit te financieren, waardoor de lasten worden verlicht van Amerikaanse belastingbetalers, wier stemmen belangrijker zijn voor hem dan de mening van mensen in Parijs, Berlijn en Londen.

Niettemin heeft hij eenzijdig besloten om Amerikaanse troepen uit het Midden-Oosten terug te trekken. Dit zal de Europeanen laten zien dat hij meent wat hij zegt, en misschien hen uiteindelijk ertoe dwingen om de daad bij het woord te voegen. Een soortgelijke motivatie ligt ten grondslag aan zijn ogenschijnlijk paradoxale houding tegenover Vladimir Poetin. Tijdens zijn presidentiële campagne, verloor hij geen mogelijkheid om de man in het Kremlin te prijzen, noemde hem een "echt slimme kerel" en een man met wie men zaken kon doen.

Deze opmerkingen gingen niet goed samen met het Amerikaanse militaire establishment, noch met de haviken van de Republikeinse Partij. En zij verschaften zijn politieke vijanden een gouden kans om hem aan te vallen, bewerende dat er Russische inmenging was in zijn presidentiële campagne. De campagne over de zogenaamde Russische inmenging in de verkiezingen is sindsdien meedogenloos verspreid , hoewel het meer warmte dan licht heeft gegenereerd.

Het idee dat de overwinning van Trump werd veroorzaakt door Russische inmenging, zou niet geloofwaardig lijken voor een zes jaar oud kind met een gemiddelde intelligentie. Het is slechts een weerspiegeling van het onvermogen van de Democraten om te accepteren dat het Amerikaanse publiek geheel vervreemd was van het bestaande politieke establishment en gemotiveerd was door een diep verlangen naar verandering.

Onder druk van zijn tegenstanders, moest Trump tegelijk warme en koude lucht blazen in verhouding tot Rusland. Maar zijn besluit om terug te trekken uit Syrië, geeft aan dat hij sinds de verkiezingen niet van standpunt is veranderd. Opnieuw hebben de isolationistische instincten van Trump de overhand gehad. John Kelly, de stafchef van het Witte Huis, en Jim Mattis, minister van Defensie, namen ontslag uit protest. Maar protesten en aftreden hebben in het verleden geen effect op Trump gehad en er is geen reden om aan te nemen dat het deze keer anders zal zijn.

Isolationisme betekent echter in geen geval abstentionisme. Dat wordt onmogelijk gemaakt door de onhoudbare trend om alle ongelijksoortige economieën in de wereld te verenigen tot één enkele wereldmarkt. Globalisering is slechts een uitdrukking van een fenomeen dat al meer dan 150 jaar geleden door Marx en Engels in het Communistisch Manifest werd voorspeld.

Die voorspelling is briljant bevestigd door de wereldgeschiedenis, met name in de afgelopen 50 jaar. Geen enkel land, hoe groot en krachtig ook, kan ontsnappen aan de onweerstaanbare aantrekkingskracht van de wereldmarkt. Al het gepraat over de nationale soevereiniteit, het verkrijgen van controle over onze eigen grenzen, enzovoort, is gewoon onzin.

De donderwolken pakken zich samen

Wat er over de gehele instabiele vergelijking hangt als een dreigende stormwolk, is de onmiddellijke dreiging van een nieuwe wereldrecessie. Dit wordt nu aanvaard door alle serieuze economen. De vraag is niet of het zal gebeuren, alleen wanneer.

De wereldwijde economische instabiliteit wordt weerspiegeld in de constante schommelingen van de aandelenmarkten. Na een val in oktober en stagnatie in november, zakte de S&P 500 tussen 15 november en 24 december met 15 procent terug. Ondanks een kort herstel van 5 procent de dag na Kerstmis, eindigde de index het jaar 6 procent lager dan waar het begon. De eerste handelsdag van 2019 toonde verdere instabiliteit, met dalende aandelen in Azië en turbulentie in Europa.

Het onverwachte nieuws van een dip in de verkopen van Apple, deed alarmbellen rinkelen. Het bedrijf waarschuwde voor een sterke vertraging van de Chinese economie en zwakke verkopen in andere opkomende markten. Dit betekent dat de opbrengsten in het vierde kwartaal tot 10 procent onder de verwachtingen zouden liggen. Kort daarna volgde het nieuws dat de Chinese maakindustrie in december kromp, waardoor investeerders wereldwijd nerveus werden. S&P 500 Futures dompelden onder voordat Wall Street op 3 januari heropend werd.

Deze koortsachtige schommelingen op de beurzen van de wereld zijn een aanwijzing voor extreme nervositeit en toenemende bezorgdheid over de toekomstperspectieven van de wereldeconomie. Hoewel het waar is dat de bewegingen van de aandelenmarkten niet nauwkeurig de toestand van de reële economie weerspiegelen, dienen ze niettemin als een nuttige barometer om de huidige gemoedstoestand van beleggers te meten.

Een recent artikel in de Economist liet zijn zorgen blijken:

"Maar de rotte prestaties van de aandelenbeurzen van vorig jaar, die zich begin dit jaar voortzetten, zijn gedeeltelijk te wijten aan de groeiende zorgen over de toestand van de wereldeconomie en vooral van de twee grootste economieën."

Het artikel gaat verder:

"Volgens de Economist Intelligence Unit (EIU), ons zusterbedrijf, zal Amerika dit jaar met 2,3% groeien. Dat is substantieel lager dan de geschatte groei van 2,9% vorig jaar, omdat de Federal Reserve het monetaire beleid verkrapt en de effecten van de belastingverlagingen van vorig jaar ebben. De voorspelde groeisnelheid van China is veel hoger, namelijk 6,3%, maar dat is nog steeds lager dan de geschatte prestaties in 2018 - en er is nog veel meer angst vanwege de handelsoorlog met Amerika en de Chinese campagne om de schuldenlast in te dammen.

Zoals te verwachten, probeert de Economist noodzakelijkerwijs wat schrale troost te vinden, erop wijzend dat India naar verwachting in hetzelfde tempo zou groeien als vorig jaar (7,4 procent). Maar zoals we weten, heeft elk voordeel zijn nadeel en is het niet voor niets dat de economie bekend staat als de sombere wetenschap. Met een wrang gevoel voor humor concludeert de auteur:

"Maar de economie die naar verwachting het beste presteert in 2019 -Syrië, met een voorspelde groei van 9,9%- is een ontnuchterende herinnering dat een groot aantal de slechtste beginposities kan weerspiegelen."

Er is een groeiend alarm in de gelederen van de ernstigste burgerlijke economen. Dit alarm is goed gegrond. Het totale rendement (meerwaarden of minwaarden plus dividenden) van de S&P 500 index van toonaangevende Amerikaanse aandelen, was voor het eerst in een decennium negatief. Op andere markten was het nog erger. De Shanghai-index daalde met een kwart. Er is een stormloop van beleggers van risicovolle activa (inclusief de zogenaamde opkomende markten) naar veiligere havens. Schatkistobligaties en goud overtroffen aandelen. Vooruitlopend op moeilijke tijden, hamsteren de kapitalisten nu cash in plaats van te investeren in productie.

Alles wijst erop dat de volgende recessie de volgende keer nog erger zal zijn dan de crisis van 2008. De belangrijkste reden hiervoor is dat de bourgeoisie het afgelopen decennium alle instrumenten heeft gebruikt die traditioneel werden gebruikt om recessies te voorkomen, of om hun duur en diepte te beperken.

De kapitalisten hebben feitelijk twee wapens bij de hand om de recessie het hoofd te bieden. De eerste hiervan is het verlagen van de rentetarieven. Maar in hun wanhopige pogingen om uit de laatste recessie te klimmen, hebben ze de rentetarieven verlaagd tot historisch ongekende niveaus, meestal rond het nulpunt. De ruimte voor verdere tariefverlagingen is daarom verwaarloosbaar. Zelfs in de VS, waar de Federal Reserve het afgelopen jaar verschillende malen de tarieven verhoogd heeft, is de manoeuvreerruimte nog steeds erg beperkt.

Het tweede wapen is om de hoeveelheid geld in omloop te verhogen door tussenkomst van de staat en de centrale banken. Maar hier is er een probleem. In het afgelopen decennium zijn er enorme hoeveelheden geld in de economie gepompt om de particuliere banken te redden. Het enige dat bereikt werd, was de transformatie van wat oorspronkelijk een gigantisch zwart gat was in de spreadsheets van de banken, in een gigantisch zwart gat in de publieke financiën.

Overal hebben ze enorme tekorten opgestapeld, die als een gigantische rem op de economie werken. De bourgeoisie worstelt om de schulden te verminderen, om ze niet nog verder te verhogen. Gezien dit feit is er geen mogelijkheid dat de bourgeoisie opnieuw de staat kan plunderen om zich uit het gat te slepen.

Het dilemma van de bourgeois wordt geïllustreerd door het feit dat de Europese Centrale Bank het einde aankondigde van de monetaire stimulans ("kwantitatieve versoepeling"), precies op het moment dat er tekenen zijn dat de Europese economie vertraagt. Maar de Europese bourgeoisie, geobsedeerd door het probleem van de Brexit en immigratie, lijkt zich niet bewust van het gevaar. De ECB doet precies het tegenovergestelde van wat vanuit kapitalistisch oogpunt nodig is. Dit alles werpt serieuze vragen op over de toekomst van de euro en uiteindelijk de EU zelf.

De situatie aan de andere kant van de Atlantische Oceaan is niet beter. Het jaar 2019 werd feestelijk ingeluid door de politieke heersers van Amerika, middels een lelijke vechtpartij die leidde tot de gedeeltelijke sluiting van de regering op 22 december. Tijdens een uitgezonden vergadering in december met Nancy Pelosi en Chuck Schumer, Democratische leiders van het Huis en de Senaat, hoorde men meneer Trump zeggen: "Ik zal de regering sluiten als ik mijn muur niet bereik." En hij hield zich bij zijn woord.

Het is waar dat dergelijke shutdowns eerder zijn opgetreden. Maar geen enkele heeft zo lang geduurd als deze. Dit weerspiegelt een diepe crisis in het hele politieke systeem, met een Congres gecontroleerd door de Democraten, bitter vijandig tegenover de President. Voorspelbaar werd er op het laatste moment een overeenkomst afgesloten. Maar Trump dreigt de deal te vetoën. En geen van de onderliggende tegenstellingen is opgelost.

Om nog toe te voegen aan de algemene chaos, is een voortdurend en bitter geschil tussen de President en de Amerikaanse Federal Reserve als gevolg van het aandringen van de laatste om de rentetarieven te verhogen. Maar terwijl de politici kibbelen over het economisch beleid, zullen de markten hun oordeel vellen zonder de mannen in Washington te raadplegen.

Donald Trump is een man die het grootste deel van zijn leven geluk heeft gehad. Een gelukkige man heeft de neiging om een gokker te zijn. Omdat eerdere weddenschappen succesvol zijn geweest, waarom zou je niet blijven gokken? De geschiedenis leert echter dat voor elke gokker de dag moet komen dat zijn geluksfase ten einde is. Trump had het geluk het Witte Huis te betreden in een tijd dat de Amerikaanse economie het redelijk goed deed. Hij kon met de eer strijken voor dingen die hij eigenlijk helemaal niet gedaan heeft. Maar degenen die hem steunden, konden het verschil niet zien. Zijn geluk hield stand.

Hij kon met enige mate van juistheid beweren dat zijn belastingbesparende maatregelen de economie enige tijd hielpen stimuleren. Maar in de economie, net als in de natuur, verandert alles vroeg of laat in zijn tegenovergestelde. De kortetermijneffecten van het stimuleringspakket van president Trump, dat een jaar geleden van kracht werd, nemen af in een tijd dat er duidelijke tekenen zijn van economische groeivertragingen in China en Europa. Trumps oplegging van heffingen en de dreiging van verdere handelsconflicten fungeren als extra afschrikking voor investeringen. De winstvoorspellingen zijn teruggeschroefd.

De nervositeit van de aandelenmarkten weerspiegelt de zorgen over de reële economie. De VS staat op het punt de meest turbulente periode in haar hele geschiedenis in te gaan. En Donalds geluksfase staat op het punt om op ruwe wijze ten einde te komen.

Een leiderschapscrisis

De samenleving wordt steeds meer verdeeld tussen een kleine groep mensen die het systeem beheersen, en de overgrote meerderheid die steeds armer wordt en in openlijke rebellie tegen het systeem is. Overal waar we kijken zien we groeiende ontevredenheid, woede en een haat jegens de bestaande orde. Dit komt op verschillende manieren tot uiting in verschillende landen. Maar overal zien we dat de massa's, de arbeiders en jongeren beginnen te bewegen, om de oude orde uit te dagen en te bevechten.

2018 zag een opleving in de massabeweging in veel verschillende landen: Iran, Irak, Tunesië, Spanje, Catalonië, Pakistan, Rusland, Togo, Hongarije en natuurlijk Frankrijk. De recente gebeurtenissen in Frankrijk leveren een verpletterend antwoord op alle cynici en sceptici die twijfelen aan het vermogen van de arbeidersklasse om de maatschappij te veranderen. Als een donderslag bij heldere hemel gingen de arbeiders en jongeren de straat op en binnen een paar weken brachten ze de regering op haar knieën. Als die beweging was uitgerust met een serieuze leiding, had deze de regering kunnen doen vallen en de weg kunnen vrijmaken voor een grondige transformatie van de Franse samenleving.

Bij afwezigheid van een duidelijk leiderschap en programma, is het mogelijk dat de beweging voor een tijd zal afnemen. Maar de onderliggende tegenstellingen blijven. De regering van Macron is als een schip dat zich onder het zeeniveau bevindt. Het kan nog een tijdje blijven drijven, maar zijn dagen zijn geteld. De arbeiders en jongeren voelen nu de kracht van collectieve klassenactie. Ze zullen niet worden afgekocht door gedeeltelijke en tijdelijke concessies. Vroeg of laat zullen ze weer in actie komen, deze keer met een duidelijker beeld van wat er nodig is: een strijdbaar programma om een gehate president uit te schakelen en te vechten voor een regering die in het belang van de arbeidersklasse handelt.

Deze spontane beweging van de massa is de voorwaarde vooraf voor de socialistische revolutie. Maar op zichzelf is ze niet voldoende om succes te garanderen. In 1938 schreef Trotski dat men de crisis van de mensheid kon terugvoeren tot de crisis van het leiderschap van het proletariaat. Die verklaring is vandaag de dag nog meer juist dan toen ze werd geschreven. De geschiedenis van de oorlogsvoering geeft ons veel voorbeelden waarin een groot leger van dappere soldaten is verslagen door een veel kleinere groep gedisciplineerde troepen onder leiding van ervaren officieren. En de oorlog tussen de klassen heeft veel overeenkomsten met oorlog tussen naties.

De laffe uitvluchten en halve maatregelen van de reformisten zullen de crisis niet oplossen, maar zullen haar alleen maar een nog krampachtiger, pijnlijker en destructiever karakter geven. Het is de taak van revolutionairen ervoor te zorgen dat deze lange en pijnlijke doodsstrijd van het kapitalisme zo snel mogelijk wordt onderbroken en met zo min mogelijk leed voor de arbeidersklasse. Om dit te laten gebeuren, is beslissende actie noodzakelijk. Alleen de marxisten zijn in staat om de leiding te geven die een dergelijk vreedzaam en pijnloos resultaat van de huidige crisis zal garanderen.

Het is waar dat de krachten van het marxisme op wereldschaal lange tijd door objectieve factoren zijn teruggeworpen. Het verraad aan het reformisme en het stalinisme liet het kapitalisme toe om te overleven, maar hun acties werden mogelijk gemaakt door het vermogen van het kapitalisme om een relatieve stabiliteit te bereiken en bepaalde concessies te doen aan de arbeidersklasse.

Maar deze periode is nu ten einde. Al tientallen jaren zwemmen we tegen de stroom in. Alleen al om onze krachten intact te houden in die periode was een aanzienlijke prestatie. Maar nu begint het tij van de geschiedenis te keren. In plaats van tegen de stroom in te zwemmen, beginnen we erin mee te zwemmen.

Alle oude zekerheden verdwijnen. De oude illusies worden geleidelijk aan uit het bewustzijn van de arbeidersklasse gebrand. De massa's worden eindelijk gedwongen de realiteit onder ogen te zien. Ze beginnen langzaam conclusies te trekken. Dat is onze grote kracht en de grote zwakte van het kapitalisme en het reformisme.

Onze internationale organisatie mist de enorme financiële middelen die de reformistische partijen hebben. Maar op het belangrijkste gebied zijn we onmeetbaar sterker dan elke andere stroming in de wereld. We hebben de ideeën van het marxisme. En het is de kracht van ideeën die de wereld kan veranderen. We moeten volledig vertrouwen hebben in onze ideeën, programma's en perspectieven en vertrouwen hebben in de arbeidersklasse, de enige klasse die de samenleving kan veranderen. Bovenal moeten we vertrouwen hebben in onszelf, want als wij dit werk niet doen, zal niemand anders het voor ons doen.