De revolutionaire crisis die Bolivia al drie weken in zijn greep houdt, heeft een nieuw hoogtepunt bereikt. Vorige week konden de parlementaire zittingen niet doorgaan omwille van de klassenoorlog die het land verdeelt. De revolutionaire beweging van arbeiders en boeren is ondertussen sterker dan ooit, verspreidt zich over het hele land en radicaliseert haar politieke standpunten ten aanzien van de burgerlijke democratie.
Tijdens het weekend haalde de heersende klasse nog eens haar trukendoos boven door via de katholieke kerk te pleiten voor een ‘nationale dialoog’ en het stopzetten van de stakingen, manifestaties en straatblokkades. Als mogelijke basis voor die ‘dialoog’ werd het volgende aanbod gedaan: het ontslag van president Mesa, de ontbinding van het parlement, het uitschrijven van verkiezingen voor een Grondwetgevende Vergadering en een referendum over eventuele autonomie voor de oostelijke provincies van Bolivia, die de heersende klassen al een tijdje eisen. Ondertussen zou de voorzitter van het Hooggerechtshof tijdelijk het presidentschap opnemen.
Dit zogenaamde aanbod is een duidelijke poging om de beweging te doen ontsporen in de richting van een grondwettelijke ‘uitweg’ binnen het kader van de kapitalistische democratie. Op die manier wordt er een ogenschijnlijke toegeving gedaan aan de revolutionaire beweging door het ontslag van Mesa en het bijeenroepen van een Grondwetgevende Vergadering. Tegelijkertijd wil men zo de oligarchie van Santa Cruz, Tarija en andere oostelijke gebieden kalmeren die autonomie om zo hun controle te vergroten over de gasreserves in wat zij als ‘hun’ gebieden beschouwen.
Er is echter één probleempje met dit aanbod: het gaat namelijk niet in op de belangrijkste eis van de massabeweging van arbeiders en boeren, de nationalisatie van de gasreserves. Vandaag zien we trouwens ook hoe gevaarlijk de eis voor een Grondwetgevende Vergadering is, die door sommige linkse groepen naar voren werd geschoven tijdens de oktoberopstand van 2003 en die momenteel een van de belangrijkste instrumenten is van de heersende klasse in hun poging om de revolutionaire beweging te doen ontsporen (Zie daarvoor ook ons artikel: Is de slogan voor een grondwetgevende vergadering van toepassing op Argentinië?).
Een maand geleden zou de massabeweging misschien nog in een dergelijke valstrik getrapt zijn, maar vandaag niet meer. Drie weken van stakingen, betogingen, straatblokkades en conflicten met de politie hebben de beweging en haar politieke eisen geradicaliseerd. Dit was overduidelijk in de reusachtige manifestatie van maandag 6 juni. Honderdduizenden mensen (een half miljoen volgens sommige bronnen) verzamelden zich in La Paz voor wat een van de grootste betogingen geweest moet zijn in de bewogen geschiedenis van de 9 miljoen Bolivianen. Dit was het best denkbare antwoord op de aantijgingen van Mesa dat het “toch maar om een klein groepje radicalen” ging. Mijnwerkers, boeren, arbeiders en de inwoners van El Alto (het epicentrum van de revolutionair Bolivia), onderwijzers, kwamen allen bijeen in het centrum van La Paz voor een massale ‘Cabildo Abierto’ (een openbare politieke vergadering) om te discussiëren over de toekomst van de beweging. Sommige slogans op de handgemaakte borden en spandoeken riepen niet enkel op tot de verwerping van Mesa en de andere burgerlijke politici, maar ook tot de omverwerping van het hele systeem van kapitalistische democratie dat niet in staat is om de massa’s zelfs maar de meest elementaire levensvoorzieningen te garanderen. “Sluit het parlement”, “Dood aan de burgerij, jullie dagen zijn geteld”, “Gedaan met die burgerlijke parlementaire truken”, waren enkele van de slogans die circuleerden.
Een aantal lokale leiders hielden toespraken op de Cabildo Abierto. De sfeer was uiterst militant en elk compromis werd verworpen. Men ging akkoord om te blijven gaan voor de nationalisatie van de gasindustrie vanuit het besef dat dit enkel mogelijk is door af te rekenen met het burgerlijke parlement.
Zubieta, de leider van de mijnwerkersfederatie, stelde het zo: “Samen met alle sociale organisaties van het volk zullen we een massale Volksvergadering afkondigen en het machtsvacuüm invullen. De olie- en gasbedrijven willen een nieuwe clown als president om hun belangen te verdedigen; wij gaan voor een regering van het volk vanuit een Volksvergadering met als doel de nationalisatie van de gasindustrie”.
Wilma Plata, de leider van de onderwijzers van La Paz die al twintig dagen in staking zijn en nu besloten hebben om hun specifieke eisen aan de kant te schuiven en zich te concentreren op de nationalisatie van de gasindustrie, hield ook een toespraak: “De werkers gaan in de richting van een overname van de economische en politiek macht en het uitbouwen van een regering van arbeiders en boeren”.
Terwijl de toespraken nog bezig waren, was een groot deel van de menigte, mijnwerkers gewapend met dynamiet, studenten van de universiteit van El Alto en vele duizenden anderen, al in een gevecht verwikkeld met de politie en het leger in hun poging om op te trekken naar het parlement om dat gediscrediteerde instituut van de kapitalistische democratie te sluiten. Aan het einde van deze historische dag bood Mesa zijn ontslag aan (voor de derde keer al dit jaar). Aan de ene kant vormt dit feit een weerspiegeling van zijn onmacht, maar aan de andere kant is het een poging om op een veilige en grondwettelijke manier uit deze crisis te komen. Het was veelzeggend dat CNN, meteen na de live-uitzending van Mesa’s ontslag, een interview uitzond met de leider van de MAS, Evo Morales, die voorstander is van een onderhandeld grondwettelijk verraad van de beweging. Het is duidelijk dat een deel van de heersende klasse momenteel geen andere mogelijkheid meer ziet dan te vertrouwen op de meest gematigde leiders van de beweging. Een ander deel ziet het echter niet zitten om Morales aan de macht te laten uit vrees dat hij niet in staat zou zijn om de beweging van arbeiders en boeren binnen de grenzen van het kapitalisme te houden.
Van op de nationale bijeenkomst van de COB in El Alto klonk al een snel een duidelijk antwoord op dit manoeuvre: “Van vrede in Bolivia is geen sprake zolang de gasindustrie niet genationaliseerd wordt”, zei Jaime Solares, leider van de COB. “We geven niet toe op de strijd voor de nationalisatie. Dit is een kwestie van leven of dood. We kunnen niet terug”.
Op dinsdag 7 juni werd de situatie zo nog meer verward. Parlementsvoorzitter Vaca Diez, een vertegenwoordiger van de oligarchie van Santa Cruz, kondigde aan dat het parlement niet bijeen kon komen in La Paz omdat het er niet “veilig” is, en stelde voor om in Santa Cruz of in Sucre bijeen te komen. Ondertussen deed Mesa een oproep, hoewel hij de dag voordien ontslag had genomen, aan Vaca Diez en het parlement om ook ontslag te nemen “teneinde een burgeroorlog te vermijden”.
In zekere zin heeft hij gelijk en ziet hij in dat hij volledig in diskrediet gebracht is, net zoals het parlement dat nog steeds bestaat uit dezelfde oude partijen die steun verleenden aan de vorige president Sanchez de Losada en die volledig afgewezen werden tijdens de revolutionaire opstand van oktober 2003. Een dergelijk parlement kan in de huidige omstandigheden niet op tegen de massabeweging. Maar de oligarchie heeft dat ondertussen ook begrepen en schuift Vaca Diez naar voren als nieuwe president binnen een “civiele regering met sterke militaire steun”, zoals vertegenwoordigers van de NFR en MNR verklaarden. Met andere woorden, de heersende klasse begrijpt dat ze enkel door middel van geweld aan het bewind kan blijven. Het enige verschil tussen de oligarchie en Mesa is dat Mesa denkt dat repressie de situatie onder deze omstandigheden alleen maar zou verergeren (zoals na de brutale repressie in El Alto die leidde tot de val van Sanchez de Losada). Waarschijnlijk hebben ze allebei gelijk.
De beweging verspreidt zich door het land en wint steeds meer aan kracht. De algemene staking die al meer dan twee weken aan de gang is in El Alto heeft zich verspreid naar La Paz, Oruro en andere belangrijke steden. Negentig blokkades op strategische plaatsen hebben het verkeer over de weg in Bolivia lamgelegd, waardoor het land is afgesloten van zijn buurlanden. De beweging is nu ook doorgebroken in Santa Cruz, waar de heersende klasse erin geslaagd was om toch enige steun te verwerven voor de demagogische eis van ‘autonomie’. Arbeiders en boeren zijn ook daar op straat gekomen en leggen straatblokkades aan.
Een belangrijk keerpunt vorige week was de aanval van een boerenbetoging door fascistische bendes van de Union Juvenil Crucena (de Jongerenunie van Santa Cruz). Die gebeurtenis deed de situatie volledig omslaan. Zelfs enkele groepen die voorstander waren van autonomie van de oostelijke provincies, komen nu openlijk op voor de nationalisatie van de gasindustrie. De volksvergadering van het Guarani-volk, in Santa Cruz, heeft ermee gedreigd om hun eigen autonomie uit te roepen indien de oligarchie zich afscheurt van Bolivia. Dit is erg belangrijk aangezien de Guarani precies leven op de gasrijke gebieden in de regio.
Tegelijkertijd brachten arbeiders en boeren op verschillende plaatsen hun eis voor nationalisatie door middel van directe actie in de praktijk door olie- en gasinstallaties te bezetten. In het noorden van Santa Cruz werden eind vorige week al zeven olievelden bezet en de beweging breidt zich uit naar andere regio’s.
De kwestie van de macht wordt zeer duidelijk gesteld door deze massabeweging van arbeiders en boeren. Aan alle voorwaarden is voldaan. De heersende klasse is verzwakt, verdeeld en vreest het gebruik van repressie. De arbeiders en boeren verwerpen duidelijk de burgerlijke instellingen en hebben laten zien dat ze bereid zijn om tot het uiterste te gaan. Het enige wat nog lijkt te ontbreken is het omzetten van woorden in daden door de oprichting van een alternatieve macht van arbeiders en boeren.
De eis voor een volksvergadering is uiterst belangrijk aangezien ze begrepen wordt als een middel om de regering van de kapitalisten te vervangen door een regering van arbeiders en boeren. De kwestie is echter om de eis in de praktijk te brengen. In alle bedrijven, werkplaatsen, woonwijken, mijnen en dorpen moeten massale vergaderingen georganiseerd worden en afgevaardigden verkozen worden voor volksvergaderingen op wijk-, lokaal, regionaal en nationaal niveau. In El Alto bestaat deze structuur, een sovjet, al tot op zekere hoogte. Dagelijks komen er duizenden mensen samen in cabildos abiertos om er in verschillende districten de te volgen weg te bespreken.
In zijn beschrijving van de Russische revolutionaire staking van 1905, schreef Trotski: “De belangrijkst strijdmethode die door de sovjet werd gebruikt was de politieke algemene staking. De revolutionaire kracht van dergelijke stakingen ligt in het feit dat ze de staatsmacht ontwrichten. Hoe groter de ‘anarchie’ die door een staking wordt veroorzaakt, hoe dichter de staking bij de overwinning komt. Maar op één voorwaarde: de anarchie mag niet gecreëerd worden met anarchistische middelen. De klasse die, door het gelijktijdig neerleggen van het werk, de productie lamlegt en daarmee het gecentraliseerde machtsapparaat, daarbij delen van het land isolerend van andere delen en verwarring zaaiend, moet zelf voldoende georganiseerd zijn opdat het niet het eerste slachtoffer zou worden van de anarchie die ze zelf creëert. Hoe meer een staking de staatsmacht onderuit haalt, hoe meer de organisatie van de staking verplicht wordt om functies van de staat op zich te nemen.”
In Bolivia, en vooral in El Alto, verplicht de algemene staking de arbeiders en boeren om taken op te nemen die voorheen tot de staat behoorden. Er zijn op dit ogenblik tienduizenden mijnwerkers en boeren uit alle uithoeken van het land in de stad aanwezig. Zij worden gevoed en gehuisvest op dagelijkse basis door de massaorganisaties van de arbeiders, boeren en studenten. De orde in El Alto wordt niet meer verzekerd door de politie maar door de wijkcomités. Deze structuren moeten gesystematiseerd worden en verspreid worden over het hele land.
Een tweede belangrijke taak om aan de macht te komen is het breken van de repressieve gewapende staatsmacht. Het is duidelijk dat de revolutionaire beweging toegang kan krijgen tot het leger, dat bestaat uit gewone soldaten met een arbeiders- of boerenachtergrond. In La Paz roepen boerenvrouwen continu naar de soldaten en politieofficieren die het plein voor het parlement bewaken: “Zijn jullie niet beschaamd? Hebben jullie nu helemaal géén hart en hersenen? Jullie zouden beter met ons meevechten voor de toekomst van jullie kinderen” (bekijk videobeelden hiervan). Dergelijke oproepen, in combinatie met de sterkte van de beweging, kunnen op een zeker moment de commandostructuur binnen het leger doen imploderen. Bovendien is het leger, zelfs de officieren, nu al verdeeld. Een deel is de revolutionaire beweging duidelijk goedgezind, zoals bleek uit het incident vorige week waarbij twee kolonels openlijk opriepen voor een ‘volksregering’ en voor de nationalisatie van de gasindustrie. Een ander deel is sterk gekant tegen separatistische voorstellen zoals die van de oligarchie in Santa Cruz. En tenslotte is er een ronduit reactionair deel dat voorstander is van een coup om “de orde te herstellen”.
De situatie binnen de politie is zowaar nog gunstiger. Een muiterij binnen de politie speelde al een grote rol tijdens de februari-opstand van 2003 en vorige week dreigde een deel van de politie in La Paz opnieuw in opstand te komen, dit maal tegen Mesa. Betogers combineren de slogan “kogels en geweren doen het volk niet zwijgen” (fusil, metralla, el pueblo no se calla) dikwijls met “politiemuiterij!”.
De arbeidersorganisaties combineren, terecht, oproepen aan het leger en de politie met de uitbouw van een aantal elementen van zelfverdediging binnen de beweging. Behalve de gewapende mijnwerkers die zich dagelijks mengen in de strijd in de hoofdstad, roept ook de Arbeidersfederatie van El Alto (de COR) op om een gewapende organisaties voor zelfverdediging te organiseren. Zij hebben ook aangeboden om dergelijke zelfverdedigingspiketten naar Santa Cruz te sturen om er de boeren te beschermen van de fascistische provocaties van de oligarchie. Nogmaals, al deze beslissingen zijn uiterst positief, maar ze moeten in de praktijk gebracht worden en nationaal gecoördineerd worden.
Noch Mesa, noch Vaca!Ten slotte, al deze voorbereidingen moeten leiden tot de sluiting van het parlement en alle burgerlijke instellingen. De enige factor die momenteel echt ontbreekt is een revolutionaire leiding die al deze taken kan coördineren, die de juiste slogans op het juiste moment naar voren kan schuiven en die de politieke machtsovername tot een goed einde kan brengen. Een dergelijke leiding bestaat al in embryonale vorm: namelijk bij meest vooruitgeschoven militanten en leiders van de COB, de COR van El Alto, de mijnwerkers, de boeren, de universiteitsstudenten, de onderwijsvakbond enzovoort. Zij zijn degenen die de revolutionaire beweging organiseren, zij stuwen hun leiders vooruit en vervangen ze, indien nodig, door anderen. Indien deze voorhoede zich nationaal kan organiseren op basis van de idee van de machtsovername, dan zal de Boliviaanse revolutie overwinnen.
Geen grondwettelijk oplossing, maar de nationalisatie van de gasindustrie!
Weg met het burgerlijke parlement!
Voor een volksvergadering gebaseerd op democratisch verkozen afgevaardigden van arbeiders en boeren!