De Gele Hesjes: hoe werp je de regering omver?

Dit artikel over de beweging van de Gele Hesjes in Frankrijk, werd geschreven op 30 november. De beweging heeft zich snel ontwikkeld. Op 4 december werd bekend dat de regering-Macron de gehate verhoging van de brandstofaccijns heeft teruggedraaid. Dit is echter nog niet het einde van de beweging! Afgelopen zaterdag hebben we nieuwe massademonstraties gezien in verschillende Franse steden.

[Source]

In Frankrijk hebben er sinds midden november honderdduizenden mensen deelgenomen aan de gele hesjes beweging, uit protest tegen de hoge kosten van hun levensonderhoud in het algemeen en verhoging van de brandstofaccijns in het bijzonder. Deze beweging is het resultaat van een economische crisis en het strenge bezuinigingsbeleid van de huidige overheid. Naast de bezuinigingen op sociale voorzieningen, belastingverhogingen en andere bezuinigingsmaatregelen, staan de hesjes symbool voor de door stijgende levenskosten en stagnerende lonen veroorzaakte economische verstikking van de Franse bevolking.

Réunion, een revolutionaire beweging

Op het eiland La Réunion, een overzees Frans departement, is de beweging van de gele hesjes zo groot en radicaal dat de regering een avondklok heeft ingesteld. Het eiland is al sinds het begin van de beweging volledig geblokkeerd. Wegen zijn versperd, havens geblokkeerd, alle scholen en overheidsgebouwen zijn gesloten en hoewel een deel van de winkels in de ochtend nog open is, heeft een groot deel haar deuren gesloten. Onder de demonstranten heerst een sterk gevoel van solidariteit. De barricaden worden geregeld onderhouden en beschermd en de beweging wordt gesteund door een groot deel van de bevolking. Via social media weten de demonstranten, die gebruik maken van zeer mobiele wegversperringen, zich efficiënt te organiseren.

Dit is de grootste crisis die het eiland te verduren heeft gehad sinds de jaren negentig. Tot nu toe heeft de beweging een groot aantal uiteenlopende eisen gesteld en volgt deze geen duidelijke richting. Hoewel de inwoners van Réunion erkend willen worden in hun klachten, heeft de Franse overheid tot nog toe slechts gereageerd met het inzetten van meer politie.

Het is niet verrassend dat de beweging in Réunion een groter gevolg had, aangezien de inwoners van Réunion het al enkele jaren zwaarder hebben dan hun landgenoten op het vasteland. Mede door het feit dat alle goederen geïmporteerd moet worden, liggen de prijzen op Réunion 30 tot 50 procent hoger. Hiernaast leeft 40 procent van de bevolking onder de armoedegrens en is een derde van de bevolking, en zelfs 56 procent van de jongeren werkloos. De inwoners van Réunion voelen zich begrijpelijk genoeg tweederangsburgers. Hun eiland wordt bestuurd door grootstedelijke politici van het vasteland, terwijl het eiland zelf geteisterd wordt door massale werkloosheid. De verhoging van de brandstofbelastingen is slechts de druppel die de emmer heeft doen overlopen. In reactie op de beweging werd het eiland op 28 november bezocht door Franse minister van overzeese gebieden, Annick Girardin. Naast de belofte om de belastingen op brandstof direct te verlagen, beloofde de minister later meer aankondigingen te doen over het verlagen van het de levenskosten. De gele hesjes beloofden de minister een warm welkom en kondigden via social media aan meer dan 300 barricades op te werpen.

Gezien de grootte van de beweging op Réunion, kan de regering van Macron nu bijna niets anders doen dan het maken van concessies, maar zodra ze kan zal ze haar offensief tegen de arbeiders en armste lagen van de bevolking voortzetten. De inwoners van Réunion, nu al zwaar benadeeld door de crisis van het kapitalisme, zullen als één van de eerste getroffen worden.

De acties van de gele hesjes op Réunion zouden een voorbeeld moeten zijn voor hun kameraden op het vasteland. Het omverwerpen van de regering van Macron zou op de agenda van heel de beweging moeten staan, en dit kan slechts lukken als de beweging op het vasteland net zo sterk is als op Réunion.

Macrons loze beloftes

Op dinsdag 27 November gaf Macron een provocerende toespraak op het Elysée. Hoewel de demonstranten een verlaging van de kosten van het levensonderhoud eisen, sprak de president voornamelijk over hoe de wereld er in 2050 uit zal zien. Ondanks vage uitspraken over een nieuwe ‘methode’ kondigde hij geen concrete maatregelen aan. De president sprak over regelmatige herzieningen van de benzineprijzen, maar gaf hier geen verdere informatie over en liet ook niet weten wanneer deze herzieningen in zouden moeten gaan.

Macron beloofde de komende maanden op regionaal niveau ‘consultaties’ te zullen doen, in de hoop dat deze belofte op zichzelf de beweging kan demobiliseren.

De woede en wanhoop in de samenleving laten zich echter niet sussen door het doen van vage beloftes op een neerbuigende toon. Op 1 december zijn de protesten hervat, ditmaal in combinatie met door de vakbonden, waaronder de CGT, georganiseerde mobilisaties. In verschillende steden zijn gezamenlijke protestmarsen georganiseerd, en idealiter zou de beweging zich overal met de vakbonden moeten verenigen in de strijd tegen belastingen op de armste lagen van de bevolking, en het bezuinigingsbeleid.

De rol van de vakbonden

Waarom geeft de overheid niet toe? Omdat Macron terecht bang is dat elke concessie de strijdende massa’s zal aansporen, waardoor arbeiders tegen elkaar zullen zeggen; ‘om iets gedaan te krijgen moeten we de gele hesjes volgen’. Door helemaal niet toe te geven riskeert de overheid echter de beweging verder te radicaliseren. Ervaring leert dat overheden pas met dit dilemma worden geconfronteerd wanneer de frustratie en vechtlust van de bevolking zodanig opgelopen zijn dat deze op de drempel van een grote sociale explosie staan. Of een dergelijke explosie ook daadwerkelijk plaats zal vinden kan niemand zeggen, maar de beweging lijkt hier zeker klaar voor te zijn. Op dit moment ligt het initiatief echter bij de vakbonden en linkse partijen. Zij moeten nu ingrijpen, de beweging steunen en vooral gebruik maken van het huidige sentiment om een offensief tegen Macrons regering te starten.

Op zichzelf loopt de beweging risico energie te verliezen en dood te bloeden. De overheid zal waarschijnlijk proberen de blokkades een voor een op te heffen in de hoop dat de beweging mettertijd moe zal worden en op zal geven. Dit is waarom men de beweging uit moet bouwen en sterker moet maken. De strategie van blokkades moet omgezet worden in een strategie van stakingen om de beweging tot een succesvol einde te brengen. Op korte termijn kunnen deze stakingen echter niet door de beweging zelf worden georganiseerd, dit zou de taak moeten zijn van de hiervoor bestemde vakbonden en arbeidersorganisaties. Deze moeten nu ingrijpen, voor het momentum uit de beweging verdwenen is.

De vakbondsleiders hebben zich integendeel van de beweging afgekeerd, en zich hier zelfs tegen uitgesproken (Vooral Laurent Berger van de CFDT sprak zich fel uit tegen de beweging). Gelukkig spreekt de leiding van de vakbond niet voor haar leden. Met name de leden van de CGT wijken sterk af van hun leiding, en zeer terecht. Philippe Martinez, de secretaris-generaal van de CGT, weigerde aanvankelijk de beweging te steunen, uit weigering om ‘naast het (overig slechts marginaal aanwezige) Front National te marcheren’. Hierna riep hij vakbondsleden op niet mee te doen aan de protesten op 24 november, en wilde hij een apart protest organiseren op 1 december. Op dit moment staat Philippe Martinez nog steeds niet volledig achter de beoogde belastingverlagingen op brandstof en roept hij in plaats hiervan op tot salarisverhogingen - alsof deze twee eisen elkaar uitsluiten!

Terwijl Martinez excuses zoekt om zich op afstand van de beweging te houden, is een groot deel van de CGT actief binnen ofwel solidair met de gele hesjes beweging. Waar mogelijk moet de CGT de beweging adviseren een algemene vergadering te houden, om hier de benodigde stakingen te organiseren. Het zal niet moeilijk zijn de gele hesjes beweging om te zetten in een massale staking, aangezien een groot deel van de beweging uit arbeiders bestaat.

Het houden van een algemene vergadering zal ook helpen met het democratiseren van de beweging. Momenteel zijn er acht personen uitgeroepen tot spreekbuis van de beweging, maar er is onduidelijkheid over hoe deze personen zijn benoemd en hun rol als spreekbuis wordt door een deel van de beweging al betwist. De beweging heeft op zowel regionaal als nationaal niveau behoefte aan democratisch verkozen vertegenwoordigers die verantwoordelijk gehouden kunnen worden voor hun acties. Het democratisch proces zal ook een einde maken aan het misbruik van de organisatie door een kleine groep extreemrechtse activisten, aangezien een duidelijk antikapitalistisch standpunt voor het grootste deel van de beweging aantrekkelijker zal klinken dan het nationalistische geluid van extreemrechts.

Apolitiek?

‘Nee!’ zullen velen zeggen, ‘de beweging van de gele hesjes is apolitiek, en moet dat ook blijven’. Voorstanders van dit standpunt zijn vaak ook tegen verdere inmenging van de vakbonden. De huidige protestbeweging is een (terechte) weerspiegeling van het huidige politieke systeem en is (terecht) kritisch op zowel politieke- als vakbondsleiders, maar is geenszins ‘apolitiek’. Veel van hun eisen, zoals de ontbinding van het Lagerhuis, zijn niet alleen politiek, maar zelfs zeer radicaal, en moeten hun uitdrukking vinden binnen de vakbondsbeweging.

Met name de CGT en France Insoumise [de linkse beweging rondom Jean-Luc Mélenchon] moeten duidelijk maken dat de overheid niet omver geworpen kan worden met alleen demonstraties en wegversperringen, maar dat er een duidelijk programma van hernieuwbare stakingen nodig is. Daarenboven moet men breken met het kapitalistische systeem, de uiteindelijke veroorzaker van deze crisis. Zonder politiek ingrijpen laat men de beweging over aan extreemrechts, en dit moet koste van kost voorkomen worden.