De reacties van de media en de politiek op de massale neen-stem tegen de Europese Grondwet in Frankrijk en Nederland geven een ontluisterend beeld van onze 'elites', dat deel van de bevolking dat geacht wordt onze samenleving te leiden.
Zelfs na twee verpletterende nederlagen voor de grondwet lijken de media nog steeds nauwelijks vertegenwoordigers van de neen-stem te vinden of aan het woord te kunnen laten. In de plaats daarvan wordt op de meerderheid van de Nederlandse en Franse bevolking een cocktail losgelaten van bedreigingen (nu wordt het zéker crisis, en misschien zelfs oorlog!), beledigingen (ze zijn te dom om te begrijpen waarover het gaat) en arrogantie (en toch zullen we doorgaan met die grondwet). Democratie en verkiezingen zijn blijkbaar OK zolang je maar de juiste stem uitbrengt. Dat mocht Venezuela ondervinden nadat het tot zesmaal toe een ‘foute’ stem uitbracht pro Chavez en daardoor in de ban van de internationale media werd geslagen. Ondertussen zijn er weer twee schurkenstaten bijgekomen: Frankrijk en Nederland.
De Nederlandse neen-stem heeft daarbij de verdienste het perfide cordon sanitaire dat men rond Frankrijk hoopte te leggen al snel doorbroken te hebben. Net voor en ook vlak na het Franse neen regende het in de verenigde pers analyses over “l’exception Française” in de meest negatieve zin: Frankrijk staarde naar zijn navel, het referendum was daar een ‘débat franco-français’ geworden, die arrogante Fransen vonden weer eens dat ze zich buiten de wereld konden plaatsen, Frankrijk was gegijzeld door de dinosauriërs van mei ’68. Mevrouw de tot ridder geslagen CIA-journaliste Mia Doornaert van De Standaard legde Frankrijk op de sofa van de psycholoog en ontrafelde ’s lands postrevolutionaire trauma’s. Zelfs de killing fields in Cambodja werden erbij gesleurd. Het mocht allemaal niet baten. Enkele dagen later was het weer van dattum in een land dat in menig opzicht de antipode is van Frankrijk, namelijk het protestantse, mercantiele, Angelsaksisch georiënteerde Nederland, als we dan toch in intellectueel-historische clichés moeten praten (anders begrijpen die suffe middenklasse would-be intellectuelen van ja-stemmers het toch niet).
Gaat er nu nog altijd geen belletje rinkelen? De neen-stem is een internationaal fenomeen! Het establishment in België gaat er ondertussen prat op dat wij een land van ja-stemmers zouden zijn volgens bepaalde enquêtes. Ook dat ligt natuurlijk in de lijn der historische verwachtingen mevrouw Doornaert. Julius Caesar schreef het al: de Belgen zijn de dappersten aller Galliërs. Maar ook de Fransen verschenen in januari van dit jaar nog aan de startlijn als overtuigde ja-stemmers. Wacht maar tot het debat ook hier eens daadwerkelijk gevoerd wordt.
En waarom is die neen-stem dan een internationaal fenomeen? Is dat echt zo moeilijk te doorgronden? Niet als je tot de werkende klasse behoort en jaar na jaar ondervindt wat het steeds meer opdrijven van het werkritme, het aan een zijden draadje hangen van elke job, het verlengen van de arbeidsduur, de afbraak van de sociale zekerheid, en het terugschroeven van de sociale dienstverlening betekent. De Nederlanders weten daar van mee te spreken. Onder de regering Balkenende (‘Balkenellende’ in vakbondskringen) is het proces bij onze noorderburen al zeer ver gevorderd en leidde het in het traditioneel zo rustige Nederland tot massale stakingen in het najaar van 2004. Geen enkele journalist blijkbaar die zich kan inbeelden dat de huidige neen-stem in het verlengde ligt van deze golf van sociale strijd.
De regeringen van de diverse lidstaten van de Europese Gemeenschap voeren nu reeds anderhalf decennium asociale maatregelen door onder de dekmantel van de EG: “we kunnen niet anders, het moet van Europa”. Hoeft het dan te verbazen dat de mensen Europa associëren met sociale afbraak? En ze hebben nog gelijk ook, want je kan hen dan wel verwijten dat ze (wijlen de) de Grondwet niet letterlijk kennen maar intuïtief voelen ze het heel juist aan. De vermarkting, de liberalisering en de privatisering van de samenleving is inderdaad de ruggengraat van deze grondwet, het is het kapitalisme als in steen gebeiteld. We mogen een zucht van opluchting slaken dat we aan dit onheil zijn ontsnapt doordat de Nederlanders en de Fransen de luciditeit hebben getoond om mede in onze naam tegen deze draconische, verknechtende grondwet te stemmen.
Wie hier echt wel op zijn bek is gegaan, in het zand heeft gebeten, en als toemaatje door de Nederlanders een schop onder zijn kont heeft gekregen is het establishment, de elite, en al hun broodschrijvertjes, gekochte academici, 'sterren' en politieke lakeien van allerlei kleur incluis. Je moet het maar kunnen: alle media, regeringen, partijleiders, vakbondsleiders, de scholen, het bedrijfsleven, de administratie en het onderwijs aan je kant hebben en dan nog de mensen niet kunnen overtuigen om ja te stemmen. Als wij dan al dom zouden zijn, dan zijn zij in elk geval hopeloos onbekwaam.
De Grondwet ligt op apegapen. Maar daarmee is de strijd nog niet gestreden. We laten hier twee Nederlandse syndicalisten aan het woord (overgenomen van het discussieforum www.maatisvol.nl):
1. Iedereen gefeliciteerd die tegen het Grondwettelijk Verdrag heeft gestemd. Het was een reusachtige dreun in het gezicht van de marktfundamentalisten. En zo hoort het.
En nogmaals is gebleken dat de top van de vakbeweging net zo ver verwijderd is van de leden als de politiek ten opzichte van de kiezer. Er is veel werk te doen.
Reactie van Niek Stam — woensdag 1 juni 2005
2. Niek,
ik ben het geheel met je eens er is veel werk te doen. Het nee dat we op 1 juni hebben gezegd tegen een verdrag dat ze als “grondwet” wilden persenteren is duidelijk. Wat we niet moeten doen is dit als een zege presenteren. Als je dat doet wordt dat tegen je gebruikt. We hebben slechts aan de rem getrokken maar de car moet wel verder.
Vertegenwoordigers van het volk en de workingclass van Europa moeten nu aan de bak om een echte grondwet met rechten en plichten voor de Europeaan te maken. Dat in die vertegenwoordiging geen plaats is voor de gevestigde politiek lijkt mij duidelijk. Zelf denk ik aan een gewoon aantal jongens en meisjes die zo van de straat geplukt moeten worden om deze opdracht te krijgen.
Reactie van Harm — donderdag 2 juni 2005
Er is inderdaad veel werk te doen. Want de referenda in Nederland waren niet zozeer neen-stemmen tegen Europa, maar wel tegen een kapitalistisch Europa. Nu moeten we bouwen aan een Europa van de “gewone jongens en meisjes van de straat”, een socialistisch Europa.