Dutch translation of Sixth national congress of the CMR (May 20, 2009) Zo'n 300 mensen namen deel aan de openingssessie van het zesde congres van de CMR. Dit werd gehouden in de grote SIDOR-staalfabriek in de staat Bolivar, die een jaar geleden genationaliseerd werd door president Chávez, als resultaat van een enorme strijd van de arbeiders. Er waren arbeiders en jongeren van veel verschillende fabrieken aanwezig, wat een belangrijke ontwikkeling voor de IMT in Venezuela is [de International Marxist Tendency is de internationale organisatie waartoe Vonk behoort, n.v.d.r.].
Onder de aanwezigen waren arbeiders van SIDOR, leden van het Revolutionaire Front van Staalarbeiders, die het gebeuren organiseerden, leiders van de Verenigde Staalarbeiders van SIDOR (SUTISS), inclusief de huidige en vorige algemeen-secretarissen, net als vakbondsleden van ALCASA, Ferrominera en andere genationaliseerde basisindustrieën in de zeer geproletariseerde staat Bolivar. Er waren ook afgevaardigden en andere gasten van het CMR-Congres, onder hen veel vertegenwoordigers van de arbeidersbeweging van de staat Anzoategui (Mitsubishi, Vivex, die 6 maanden door haar arbeiders is bezet, Macuca en het Hotel Punta Palma), leiders van Inveval, een fabriek onder arbeiderscontrole in Los Teques, vakbondsleden van PDVSA in de staat Zulia en ook arbeiders van PDVSA in Maturín en San Tomé. Naast die van de staat Bolivar, waren er ook kameraden van de staten Vargas, Distrito Capital, Miranda, Zulia, Mérida, Táchira, Anzoategui, Portuguesa, Monagas en Lara.
In het midden van de zaal werd een portret van Marx geprojecteerd, samen met de woorden: "Zesde Congres van de Revolutionaire Marxistische Stroming." Een gigantische spandoek aan de ene kant van de zaal proclameerde het CMR- Congres met de woorden: "Het verdedigen van de ideeën van marxisme in de arbeidersklasse en in de PSUV."
Het enthousiasme van de deelnemers was te voelen. Dit congres was duidelijk een grote stap vooruit voor de CMR. Niet alleen omdat het werd gehouden in SIDOR, een fabriek die nauw verbonden is met de Venezolaanse arbeidersbeweging, maar ook omdat de openingssessie gehouden werd met het Revolutionaire Front voor Staalarbeiders, welke een onuitgeputte strijd voerde voor arbeiderscontrole in de fabriek als enige optie om de slagzin "Socialistisch SIDOR" waar te maken.
Het gebeuren, dat via pamfletten aan de fabriekspoorten was aangekondigd, werd geopend door Miguel Álvarez, gedelegeerd bestuurder van SIDOR die, in naam van de president van SIDOR en de Minister van Basisindustrie en Mijnbouw, de deelnemers begroette en zichzelf identificeerde als een lid van het Revolutionaire Front van Staalarbeiders. Álvarez gaf aan dat SIDOR alleen als socialistisch beschouwd kon worden als de arbeiders "de voorhoede van het bedrijf zijn".
De volgende spreker was Elisabeth Alvés, leider van de CMR en vice-president van de CVG, die een lijst las van arbeiders, boeren en jonge mensen die door de contrarevolutie en paramilitairen om het leven zijn gebracht sinds het begin van 2009, inclusief de recente moorden op de vakbondsleider van Toyota, twee arbeiders van Mitsubishi en Macusa en meest recent, op een jonge PSUV-activist die een registratiecentrum aan het opzetten was in Caricuao, Caracas. Elisabeth legde uit dat we de straffeloosheid moeten beëindigen waarmee de rechterzijde handelt tegen revolutionaire militanten en benadrukte dat "we enkel de moorden kunnen beëindigen als we het kapitalistische systeem beëindigen, dat blijft leven in ons land, en de oorzaak van dit geweld is".
Miguel Álvarez sprak ook over dit punt en legde uit dat de recente dood van een SIDOR-arbeider in een verkeersongeval ook als een moord van het kapitalistische systeem gezien kan worden, aangezien het transportsysteem verwaarloosd is in naam van winstmaximalisatie, de werkelijke oorzaak van zijn dood. Deze woorden werden gevolgd door een sombere minuut stilte.
De volgende spreker was Jorge Martín, lid van het Internationale Secretariaat van de International Marxist Tendency, die een huldebetoon gaf aan de arbeiders van SIDOR, die het door hun strijd voor onteigening van de fabriek mogelijk maakten dat dit soort evenementen in de fabriek gehouden worden. Deze woorden werden beantwoord met een hartverwarmende ovatie. Jorge legde uit dat de crisis die we doormaken geen "crisis van het neoliberalisme" is, een idee dat recentelijk vooruitgeschoven werd door Ignacio Ramonet. Het is een klassieke crisis van kapitalistische overproductie. Jorge legde uit dat dit volgens het IMF zelfs de ergste globale crisis van het kapitalisme was sinds de jaren '30, en dat zij belangrijke effecten heeft op het bewustzijn van miljoenen werkende mensen over de hele wereld. Na de crisis van het kapitalisme en haar impact op arbeiders en hun bewustzijn geanalyseerd te hebben, haalde Jorge enkele uitdagingen aan die hij voor de Venezolaanse Revolutie ziet.
Naar zijn mening zijn de hoofduitdagingen gericht op het feit dat net als het staatsapparaat, de economie kapitalistisch blijft in haar fundamenten. Hij stelde dat ook de economie onteigend moet worden door de staat, en dat de staat in de handen van de arbeiders moet zijn. "Deze taak kan enkel door de arbeidersklasse uitgevoerd worden." Hij bekritiseerde ook de reformisten en bureaucraten die menen dat "de arbeidersklasse niet bestaat". Als de arbeidersklasse niet bestaat, wie redde dan de olie-industrie gedurende de lockout van het patronaat eind 2002? Wie kwamen er dan vanuit het hele land samen in Anaco om de gasvoorraden veilig te stellen? Hij beëindigde zijn presentatie door te zeggen: "De Venezolaanse Revolutie is nu al een internationale inspiratiebron, en een Socialistisch Venezuela zou een enorm referentiepunt zijn voor arbeiders en onderdrukten wereldwijd."
Richard La Rosa, secretaris van de Nieuwe Generatie Arbeiders Bond bij het Mitsubishi Auto Bedrijf (Singetram), was de volgende spreker. Richard onderstreepte dat de strijd van de Mitsubishi arbeiders de uiterste grenzen had bereikt van vakbondsstrijd, en omgezet was in een politieke strijd. Om de slavernij van de arbeiders door het kapitalisme te beëindigen, is het nodig "de banken en grote bedrijven te nationaliseren, en hen in dienst te stellen van het volk, onder controle van de arbeiders". Richard onderstreepte de belangrijkste punten in de heroïsche strijd van de Mitsubishi arbeiders. Hoewel de rede en de wet aan hun kant stonden, werden deze arbeiders geconfronteerd met een wreed antwoord van justitie en het politieapparaat, wat eindigde met de moord op twee arbeiders. Ondanks de moeilijkheden hebben de arbeiders 90 procent van hun eisen ingewilligd gekregen, inclusief de garantie dat niets van het werk op de fabriek uitbesteed zal worden. Hij legde ook de rol uit die de CMR had gespeeld in de strijd, door het helpen van de vakbondsleiding om zich politiek te oriënteren, en dat dat de reden was waarom zij zich zo enthousiast had aangesloten bij de CMR.
Richard legde ook de noodzaak uit voor eenheid van de arbeidersklasse, die verlamd is door de leiding van de UNT, die meer geïnteresseerd is in persoonlijk prestige dan in de noden en de strijd van de arbeiders. De enige manier om deze kloof te overbruggen is het bijeenroepen van een "nationaal congres van arbeiders, vakbondsleden en andere arbeidersvertegenwoordigers, om de UNT opnieuw op te bouwen op basis van een militant strijdprogramma".
Richards interventie maakte een stevige indruk op het publiek, dat zijn speech meerdere keren onderbrak met applaus. Niet alleen is hij een uitstekende spreker, hij liet ook zien dat hijzelf een arbeidersleider is met duidelijke ideeën en een onbreekbare wil in de strijd tegen kapitalisme. Hij werd opgevolgd door Juan Ignacio Ramos, voorzitter van de Friedrich Engels Stichting en een leider van de IMT in Spanje. Die veroordeelde de media-aanvallen tegen en de medialeugens over Venezuela, in het bijzonder die in Spanje. Hij legde uit dat dit gebeurt omdat zij denken dat het een voorbeeld zal worden voor de Spaanse arbeiders. Hij bediscussieerde tevens het vraagstuk van vrijheid van meningsuiting in Venezuela en veroordeelde de hypocrisie van de recente verklaring van de Europese Unie.
"Vrijheid van meningsuiting is een klassenkwestie" zei hij, en hij maakte zijn punt duidelijk door te wijzen op het voorbeeld van TV Española dat het gejouw blokkeerde dat de Spaanse koning over zich heen kreeg tijdens de finale van de Konings Cup. Diezelfde monarch vertelde president Chávez heel brutaal dat hij zijn mond moest houden, nochtans heeft die koning absoluut niks met democratie te maken, hij verkreeg zijn positie via Franco, de moordenaar van een ontelbaar aantal Spaanse arbeiders gedurende de Burgeroorlog. Deze woorden zorgden ervoor dat het publiek in een hevig applaus uitbarstte.
Juan Ignacio juichte de nationalisatie van Banco de Venezuela toe, en legde uit dat de regering Chávez niet hier zou moeten stoppen, maar het volledige bankwezen zou moeten nationaliseren, te beginnen met de Spaanse multinationals, en hij voegde toe dat "er geen compensatie betaald zou moeten worden". Dit werd ook enthousiast door het publiek ontvangen.
De volgende spreker was César Olarte, namens het Revolutionaire Front van Staalarbeiders, die op de noodzaak van arbeiderscontrole door arbeidersraden wees, als de volgende en noodzakelijke stap voor SIDOR, na de nationalisering. César wees erop dat het cruciaal was dat de vakbonden voor meer dan enkel economische eisen strijden, en dat zij volledig achter de politieke strijd voor socialisme moeten staan.
Voor het einde van de sessie sprak Nelson Rodríquez, een arbeider van Inveval en een leider van de CMR, in de naam van Freteco en de bezette fabrieken MDS, Gotcha, INAF en Vivex. Nelson veroordeelde de sabotage die uitgevoerd wordt tegen de bezette fabrieken en de fabrieken die genationaliseerd zijn onder arbeiderscontrole, door de bureaucratische sectoren van de staat. Hij gebruikte Inveval, Vivex en Inaf als concrete voorbeelden, van waar de arbeiders steeds opnieuw in conflict kwamen met de bureaucraten en reformisten die vaak de directe bevelen van president Chávez schonden.
De sessie werd afgesloten door Elisabeth Alvés, die de uitdagingen opsomde waarvoor Venezuela staat als exporteur van ruw materiaal. Ze benadrukte de noodzaak om de economie te plannen om het land te ontwikkelen, en zei dat dit enkel door arbeiderscontrole kan gebeuren.
Om af te sluiten was er een muzikaal optreden van Pedro Urbino, die liederen zong van onder andere Ali Primera.
Dit was zonder twijfel een keerpunt in de ontwikkeling van de CMR, een afspiegeling van de kwalitatieve invloed en connecties die zij heeft in de arbeidersbeweging en in de revolutionaire beweging in Venezuela.
Foto's kan je bekijken via deze link.
Lees ook het Engelstalige verslag van het gehele congres.
Source: Vonk