Paniek heeft zich meester gemaakt van de beurzen in de hele wereld. Er is niets dat regeringen kunnen zeggen of doen om de neerwaartse spiraal te stoppen. Net zoals 1929, toen men telkens dacht dat het ergste nu wel voorbij was, liggen verdere dalingen altijd om de hoek. Niemand weet hoe laag de aandelenprijzen zullen gaan. De wereldeconomie bevindt zich nu in gevaarlijke wateren.
Niemand heeft het flauwste idee waar dit allemaal zal eindigen. Maar alle lichten staan op rood. Gisteren waren alle aandelen op de Londense beurs gekelderd, zelfs aandelen in geneesmiddelen, die normaal gezien als veilig worden beschouwd. In de VS viel de Dow Jones Index voor het eerst sinds 2003 onder 9.000. Er waren vergelijkbare dalingen in heel Europa. Zo sloot Parijs af met een verlies van 8,4 procent en Duitsland met 9,1 procent. De Russische kapitalisten, die dachten dat de wereldcrisis hen niet kon raken, kregen een verrassing voorgeschoteld in de vorm van een plotse val van de olieprijzen. In Moskou bleef de beurs vrijdag de hele dag gesloten wegens de te grote wispelturigheid op de markten.
De Amerikaanse beurs is goed op weg om zijn slechtste jaar te beleven sinds 1937. "Ik heb nog nooit een paniek zoals dit gezien," zei David Wyss, hoofdeconoom bij Standard & Poor's. "Ik heb beursdalingen gezien, maar geen algemene paniek." De Washington Post schreef gisteren: "Angst en slechte voorgevoelens maakten zich donderdag meester van Wall Street toen de markt opnieuw kelderde en investeerders ervan overtuigd waren dat de natie op de rand van een diepe en lange recessie staat." Het reddingsplan van 700 miljard dollar, dat bedoeld was om banken weer te doen lenen aan elkaar, heeft duidelijk zijn doel niet bereikt.
Ook op de Aziatische markten werden er verliezen genoteerd in een klimaat waar angst eveneens de markten in zijn greep hield. In Tokio daalden aandelenprijzen meer dan 10 procent en werd de handel in bepaalde aandelen en opties opgeschort. Aandelenprijzen waren bijna zo laag als die van juni 2003. De Bank van Japan reageerde met een injectie van een totaal van 4,5 triljoen yen (66,6 miljard dollar) in de geldmarkten. Australische aandelen beleefde hun slechtste week sinds de beurscrash in 1987. Ook Zuid-Korea noteerde zware verliezen.
Dit was de achttiende opeenvolgende werkdag dat de Japanse centrale bank geld gepompt heeft in de markten om ervoor te zorgen dat het financiële systeem beschikt over voldoende krediet. Dit had echter geen effect. Tokio's aandelen daalden met 24% deze week, wat twee keer zoveel is als hun val tijdens de crash van 1987. "De verkoop is onstuitbaar in New York en Tokio", zei Yutaka Miura, een strateeg van Shinko Securities in Tokio. "Investeerders waren door angst gegrepen."
Elders in Azië zagen we hetzelfde verhaal. De beurzen van Hong Kong, de Filippijnen, India en Australië kregen zware klappen. Laat ons niet vergeten dat Azië niet zo lang geleden de hoop was voor de wereldeconomie om te voorkomen dat deze in een recessie zou belanden. Er waren zelfs simpele zielen die dit geloofden.
Groot-Brittannië in crisis
Tony McNulty, een minister in de regering van Gordon Brown, was eergisteren de eerste minister om toe te geven dat Groot-Brittannië op de rand van een recessie stond. Hij zei dat het welslagen van de gigantische reddingsoperatie voor de Britse banken "de voorbode [sic] zal zijn van hoe diep en hoe lang de recessie zal zijn". Hij zei verder: "We belanden stilaan op het punt waarop de vertraging in de economie kan omslaan in een recessie. Dan zullen we kunnen praten over de aard en diepte van de recessie."
Deze pessimistische opmerkingen staan in schril contrast met de vorige uitlatingen (die we niet langer horen) dat het reddingsplan van de Britse regering de kredietcrisis zou oplossen. Plots horen we hier niets meer van. In plaats van "het oplossen van de kredietcrisis" horen we nu dat het doel was om "de ineenstorting van het bankstelsel te vermijden."
In totaal hebben Brown en de minister van Financiën Darling zo'n 500 miljoen pond ter beschikking gesteld aan de bankiers. Het merendeel van dit geld bestaat in de vorm van leningen en andere garanties, waarvan ze zeggen dat ze teruggegeven zullen worden (hoewel ze niet zeggen wanneer precies). Dan rest er nog de som van 50 miljard pond, waarvan ze hopen dat die teruggegeven zal worden maar waarvan ze niet weten hoe of wanneer. Hoop is natuurlijk iets moois. Elke gokker hoopt dat zijn volgende worp met de dobbelstenen hem rijk zal maken. En deze bijzondere hoop heeft net zoveel kans op slagen.
Het is werkelijk verbazingwekkend hoe deze heren praten over waanzinnige sommen geld alsof het wisselgeld betrof. 50 miljard pond is een enorme som. Dat is vijfmaal de verwachte kost voor de Olympische Spelen in 2012 en een derde van alle jaarlijkse inkomstenbelastingen in Groot-Brittannië vorig jaar. Het is ook 60 procent meer dan de regering in totaal geleend heeft in het voorbije belastingjaar. Deze som is veel te groot om door belastingen gedekt te worden, dus wordt ze geleend. Dit verhoogt de al grote schuld van de Britse economie en zal een zeer zware last worden op de rug van de belastingbetaler, die met lede ogen zal moeten toekijken hoe er sterke beperkingen zullen komen op de publieke uitgaven.
Gordon Brown stelde dat dit een investering is die zich later zal terugverdienen. Het argument luidt dat dit zo werd gedaan in Scandinavië. Maar hoewel het juist is dat Noorwegen zijn geld terug kreeg, maakten Zweden en Finland verliezen. Zoals elke investering is dit een gok en het succes of mislukken hangt volledig af van de vraag of de banken zich zullen herstellen. Maar daar zijn geen aanwijzingen voor. Anderzijds heeft deze maatregel geen gevolgen gehad voor het herstellen van het vertrouwen in de financiële markten. Op dezelfde dag dat dit plan werd aangekondigd, tekende de FTSE [de beurs in Londen] een verlies op van vijf punten.
Dit bevestigt de opmerking die in het Britse parlement gemaakt werd door Colin Burgon, het Labour-parlementslid in Elmet: "Wat ik zie is een onzichtbare hand van de markt die haar hand in de zak van de belastingbetaler steekt en 50 miljard wegneemt en misschien ook een middelvinger uitsteekt." De maatregelen zijn een gedeeltelijke nationalisatie. En toch is er niemand in de raad van de ‘genationaliseerde' banken die de belangen van de belastingbetalers kan vertegenwoordigen, en daardoor is er geen echte controle over de bankiers.
IJsland - een bankroete natie
Terwijl de dramatische dalingen op de wereldwijde beurzen de meest zichtbare tekenen waren van de groter wordende crisis, was een belangrijker teken dat van de stijging van de rentevoeten voor kortetermijnleningen tussen banken. Dit gebeurde ondanks de daling van de rentevoet van de voornaamste centrale banken in de wereld op woensdag. Het toont aan dat de banken angstiger dan ooit zijn om aan elkaar te lenen. Het afsnijden van krediet betekent niet enkel een ramp voor het financiële systeem maar ook voor de productieve industrie, consumenten - en zelfs hele naties.
De Washington Post van gisteren wees op de schade die al was aangebracht aan het fabriekswezen: "De ergste schade trof Amerikaanse autofabrikanten. J.D. Power and Associates meldde dat de wereldwijde auto-industrie mogelijk een ‘volledig ineenstorting' zal ondergaan in 2009. (...) Het aandeel van General Motors daalde met 31 procent tot $4,76, zijn laagste sinds 1950, en het aandeel van Ford daalde met 2 procent." Dit betekent dat grote bedrijven failliet zullen gaan in de nabije toekomst, wat een verdere samentrekking van de markt zal veroorzaken en tot nog meer faillissementen zal leiden.
Het artikel gaat verder: "Ondertussen hebben er zich donkerdere wolken verzameld boven de nieuwe delen van de economie. Problemen in sectoren zoals staalproductie en zware machines, die tot recent sterk aan het groeien waren, hebben bijgedragen tot de sterker wordende visie dat de Amerikaanse economie in een aanzienlijke recessie beland is. Economen voorspellen dat de economie zal samentrekken tot het midden van 2009."
Zelfs de scherpe val in olieprijzen was slecht nieuws voor de beurzen omdat energieprijzen daalden. Exxon Mobil en Chevron daalden elk met 12 procent. Amerikaanse consumenten gaven veel minder uit in wat de eerste driemaandelijkse achteruitgang zal zijn in 17 jaar wanneer de regering haar cijfers voor het derde kwartaal publiceert. Dit is het grote probleem. De Amerikaanse markt absorbeerde voorheen een enorm aantal goederen die geproduceerd waren in andere landen. Een scherpe daling in de vraag in de VS betekent dat deze goederen niet verkocht worden.
Nu blijkt al het gewauwel van de burgerlijke economen over het ‘ontkoppelen' van de Amerikaanse economie van de rest van de wereld een hoop onzin te zijn. Zoals een zware steen die in een meer geworpen wordt, creëert de crisis hoge golven. De financiële tsunami die achttien maanden geleden in de VS begon, heeft nu IJsland getroffen. De internetbank Icesave kondigde aan dat ze alle rekeningen van haar klanten zal bevriezen, wat wil zeggen dat iedereen met geld in de bank compensatie zal moeten aanvragen om hun geld terug te krijgen. De moederbank van Icesave, Landsbanki, werd genationaliseerd door de IJslandse regelgevende autoriteiten.
Pogingen om geld te verkrijgen van de autoriteiten in Reykjavik zijn mislukt om de simpele reden dat IJsland zelf failliet is. IJsland volgde in de voorbije periode het voorbeeld van Groot-Brittannië en de Verenigde Staten en haar economie is daarom sterk afhankelijk van de financiële dienstensector en financiële producten. Als gevolg daarvan was ze sterker blootgesteld aan de crisis in de subprime-markt. Hierdoor is een hele natie geruïneerd.
De insolventie treft een geschatte 350.000 spaarders in het Verenigd Koninkrijk en Nederland, die samen ongeveer 4,5 miljard pond in depositogeld hebben. Lokale autoriteiten en andere openbare instellingen in Groot-Brittannië hebben nog een miljard verloren. Doordat de Britse regering er niet in geslaagd is een verzekering af te dwingen van Reykjavik dat IJsland zal betalen (het is altijd moeilijk om bloed uit een steen te persen), heeft het de ongekende stap gezet om IJslandse activa in het Verenigd Koninkrijk te bevriezen met behulp van antiterrorismewetgeving. Dit heeft geleid tot een diplomatiek incident tussen Reykjavik en Londen.
Dit zijn duidelijke symptomen van wanhoop. Dat hoeft niet te verbazen. Toen de Britse regering 500 miljard pond naar de banken gooide, deed het een enorm wanhopige gok. Ze heeft nu al haar reserves opgebruikt en de natie nog meer in het rood geduwd. De Britse economie is daarom nog meer blootgesteld aan de effecten van de internationale crisis dan voorheen. Nick Louth schrijft in MSN Money (8/10/08): "Voor ons allemaal is het grootste risico echter de bredere economie. Door de met schulden beladen banken in een nationale reddingsboot te plaatsen, zit de economie veel lager in het water en is ze veel kwetsbaarder voor de golven van de recessie."
Kapitalistische anarchie
De burgerlijke economen staan volledig perplex. Robert Solow, die in 1987 een Nobelprijs won voor zijn werk over economische groei, vertelde The Washington Post dat het "potentieel voor instabiliteit altijd aanwezig was" maar hij is verrast door de omvang van de problemen. "Ik ben even verbaasd als iedereen", zei hij. "Ik bezit geen bepaalde wijsheid die ik kan verkopen." Deze woorden drukken uitstekend de psychologie uit van de burgerij en haar ideologen, die, om Trotski's uitdrukking te gebruiken "naar een ramp strompelt met de ogen gesloten."
In een wanhopige poging om de dreigende catastrofe af te wenden, vergaderden de beleidsmakers gisteren in Washington voor de jaarlijkse bijeenkomsten van het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank en probeerden ze een gecoördineerd antwoord te vinden. Alle genomen maatregelen zijn echter tevergeefs. De markten zetten hun meedogenloze neerwaartse beweging voort.
Het doel van de bijeenkomst was om de financiële crisis op te lossen en de internationale economische samenwerking te verbeteren. Maar wanneer een leger verslagen is op het slagveld en er "sauve qui peut!" ("Ieder voor zich!") wordt geroepen, is het zinloos om een soort collectieve discipline te proberen herstellen.
De G7-bijeenkomst komt op het einde van een tumultueuze week waarbij markten wereldwijd in elkaar zakten. Wat we hier zien is angst. De paniek die zich een weg baant door de markten dreigt alle pogingen van de regeringen om de crisis te beheersen, teniet te doen. Geen enkele van de maatregelen genomen door de Fed en de Britse en Europese regeringen hebben de paniek kunnen stoppen. Een zeer oude wet, die van het kudde-instinct, beheerst het gedrag van de markten. De minste geur van een leeuw die zich in de struiken verschanst, zal een kudde gnoes doen panikeren die niet te stoppen valt. Dit is het soort mechanisme dat het lot van miljoenen mensen bepaalt. Dit is de harde realiteit van de markteconomie.
Klassenstrijd aan de orde van de dag
Net zoals de gnoe een leeuw kan ruiken, kunnen de markten de nabijheid van een recessie ruiken. Zodra dit gebeurt, kan niets dit verhinderen. Alle toespraken, alle rentevoetverlagingen en alle geldoverdrachten van de banken zullen geen effect hebben op de financiële markten. Deze zullen zien dat de regeringen en centrale banken bang zijn en zullen zo de nodige conclusies maken. Er zijn sterke aanwijzingen dat het Amerikaanse ministerie van Financiën bepaalde grote Amerikaanse banken zal nationaliseren. Deze buitengewone handeling, die volledig haaks staat op alle grondregels van de ‘vrijemarkteconomie', was bedoeld om iedereen te kalmeren. Uiteraard is dit niet gelukt.
Het probleem is dat wat begon als een bankcrisis nu de reële economie treft. De directeur van het IMF, Dominique Strauss-Kahn, zei eergisteren dat "we op het punt staan van een wereldwijde recessie" en beloofde een financieel noodprogramma voor landen die in moeilijkheden zitten. Hij weigerde echter mogelijke ontvangers te noemen van de IMF-hulp, terwijl de meest voor de hand liggende kandidaat onder de rijke naties, IJsland, zei dat het die hulp niet wil. In ieder geval kan het IMF niet de hele wereld verzekeren. En de crisis die ons nu rechtsreeks aankijkt, is wereldwijd. Geen enkel land kan eraan ontsnappen.
De crisis zal ongetwijfeld de arme landen van Afrika, het Midden-Oosten, Azië en Latijns-Amerika het hardst treffen. Naast het ineenstorten van de export, die alle goederen zal treffen (behalve zilver en goud), olie incluis, zullen ze te maken hebben met stijgende kosten voor voeding, die grotendeels het resultaat zijn van speculatie. Een recent rapport van de Banco Interamericano waarschuwde dat de stijgende kost van voeding 26 miljoen mensen in Latijns-Amerika in absolute armoede zal duwen.
Robert Zoellick, de president van de Wereldbank, waarschuwde dat de armsten in de wereld het ‘driedubbele gevaar' van voeding, brandstof en financiën riskeren: "Van de armsten kan niet gevraagd worden dat ze de hoogste prijs moeten betalen. We schatten dat dit jaar 44 miljoen bijkomende mensen te lijden zullen hebben van ondervoeding als gevolg van hoge voedingsprijzen. We kunnen een financiële crisis niet laten uitmonden in een menselijke crisis." Dat zijn mooie woorden, maar zoals de uitdrukking luidt: praatjes vullen geen gaatjes.
Zelfs in de vette jaren ondervond de overgrote meerderheid van de mensen geen voordeel. Er bestaat in alle landen een extreme polarisatie tussen rijk en arm. Twee procent van de wereldwijde bevolking bezit nu meer dan de helft van de wereldwijde rijkdom. 1,2 miljard mannen, vrouwen en kinderen leven in absolute armoede. Acht miljoen mensen sterven elk jaar van armoede. Dat is het beste dat het kapitalisme te bieden heeft. Wat zal er nu gebeuren?
Overal verandert de stemming van de massa's. In Latijns-Amerika is er revolutionaire onrust, die sterker zal worden en zich zal uitspreiden naar andere continenten. In Groot-Brittannië, de VS en andere geïndustrialiseerde naties stellen mensen zich vragen die voorheen de sociale orde nooit in vraag stelden. Ideeën waarnaar vroeger enkel door een klein aantal geluisterd werd zullen aansluiting vinden bij een veel groter publiek. De basis wordt gelegd voor een ongeziene toename van de klassenstrijd op wereldschaal.
Source: Vonk