De golf van protest en opstanden in Tunesië houdt al meer dan drie weken aan. Dit weekeinde (8 en 9 januari) werd zelfs het leger ingezet tegen de betogers. Resultaat?Twintig betogers werden neergekogeld! Elk hart dat in Tunesië klopt voor vrijheid en rechtvaardigheid heeft blijkbaar ‘recht’ op een lading lood! Maar de Tunesiërs zijn hun angst kwijt. Beter nog, de angst is van kant veranderd. Vandaag is het de Generaal-President Ben Ali die vreest voor het overleven van zijn regime.
Mohamed Bouazizi, een jonge kerel uit de landelijke stad Sidi Bouzid in midden-Tunesië trachtte een einde aan zijn leven te maken door zichzelf in brand te steken. Hij was werkloos sinds hij vijf jaar geleden afstudeerde aan de universiteit. Ondertussen is Mohamed bezweken aan zijn brandwonden. Een paar dagen later probeerde een andere jongere zichzelf te elektrocuteren uit protest tegen de trieste vooruitzichten voor de Tunesische jeugd.
In de stad Sidi Bouzid hebben 25 procent van de mannelijke afgestudeerden geen job. Voor vrouwen ligt dit nog hoger, op 44 procent. Vijf andere jongeren hebben ook zelfmoordpogingen ondernomen maar werden op tijd gered. Deze wanhoopsdaden hebben gezorgd voor een kettingreactie van protesten en manifestaties in het hele land.
De schermutselingen begonnen in de steden in het binnenland, maar hebben nu ook Tunis en andere grote steden bereikt. Deze spontane uitbarsting van woede tegen werkloosheid krijgt een politiek karakter doordat manifestanten het einde eisen van de macht van de ‘Trabelsi’-familie over de regering, staatsinstituties en de economie. In sommige steden werden zelfs de zetels van de regerende politieke partij, de RDC, in brand gestoken, de regeringsgebouwen vernietigd en de politiekantoren aangevallen. Ook de vakbonden, de Union Générale des Travailleurs de Tunisie, waarvan de leiding tot nu toe uit de hand at van het regime, begint zich te roeren. Plaatselijke vakbondsbetogingen brachten honderden vakbondsmilitanten op de been. In sommige steden worden er zelfs stakingen aangekondigd. Een algemene staking is inderdaad het beste middel om de dictatuur omver te gooien.
Protesterende advocaten werden verleden week in het openbaar afgeranseld door brutale politieagenten. Dit weekeinde heeft het regime zich blijkbaar voorgenomen er met de grove borstel door te gaan en protesterende jongeren neer te schieten. ‘Uit zelfverdediging’, luidt het in de kantoren van de politie en de kazernes van het leger.
De ‘Trabelsi’-familie, met de dictatoriale president Zine el Abidine Ben Ali en zijn vrouw Leila, ook wel de regent van Carthago genoemd, houdt Tunesië de laatste 23 jaar in een ijzeren greep. Dit is de eerste keer sinds de broodrellen in 1984 dat Tunesië nog zo’n wijdverbreide, volhardende en koppige protestbeweging kende.
Eén krant uit het Midden-Oosten heeft de betekenis van deze gebeurtenissen goed begrepen: “Niemand dacht dat Tunesië vatbaar zou zijn voor dit soort sociale en politieke onrust” (Gulf News, 1/1/11). Tunesië was tot voor kort een modelland in deze bewogen regio. De lieveling van het Westen combineerde economische groei (toerisme en goedkope onderaanneming) met zogenaamde ‘verlichte’ dictatuur, een seculier bastion tegen Islamitisch fundamentalisme.
Tunesië is waarschijnlijk de beste vriend van de imperialistische Europese landen en haar economie steunt voor bijna 80 procent op inkomsten, handel en investeringen uit de EU en Europese bedrijven. De nieuwe problemen in Tunesië baren de dictaturen in de buurlanden en het imperialisme grote zorgen.
Tunesië werd onlangs nog gefeliciteerd door het IMF en de Wereldbank omwille van haar bestendigheid tegen de recessie. Als Tunesië kan exploderen, wat kan er dan wel niet gebeuren in andere landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten? Al Jazeera publiceerde recentelijk een artikel over de “wedergeboorte van het Arabisch activisme”. Maar het verwees hierbij niet naar Islamitisch fundamentalisme of terrorisme. Het verhaalt hoe “Mohamed Bou’aziz, de jonge Tunesiër die zichzelf op 17 december in brand stak, het symbool begint te worden van miljoenen Arabische jongeren die ijveren voor een verbetering van hun levensomstandigheden.”
“De oorzaken van deze Tunesische opstand zijn te vinden in een dodelijke combinatie van armoede, werkloosheid en politieke repressie: drie karakteristieken van de meeste Arabische samenlevingen.” Dus ‘Tunesische’ opstanden, massabewegingen, stakingen en massale confrontaties met de autoriteiten staan op de agenda in alle Arabische landen. Dit is niet echt een voorspelling, dit gebeurt op dit eigenste moment in Egypte, Algerije en Jordanië. De ‘besmetting’ van de sociale opstand heeft nu opnieuw Algerije bereikt. In de laatste dagen werd er hard van leer gegaan door duizenden jongeren, bijvoorbeeld in de volkswijk van Bab El Oued in de hoofdstad Algiers. De vonk van het protest was de bruuske stijging van de prijs van suiker en slaolie. In een land waar de oligarchen zich verrijken met de inkomsten van de florerende olieontginning zit 75 procent van de jongeren onder de dertig jaar zonder werk. De schrijnende woningsnood is eveneens een groot probleem.
De Arabische regimes en hun imperialistische vrienden volgen deze gebeurtenissen met argusogen. Het buurland Libië stelde zelfs zijn grenzen met Tunesië open zodat de werkloze jeugd er een job kan vinden. Duitsland heeft beloofd om te investeren in de arme, landelijke regio van Sidi Bouzid.
Ondertussen blijft het ‘democratische en van de mensenrechten houdende Europa’ zeer stil over de brutale repressie van de stervende Trabelsi-dictatuur. Er is zelfs geen woord van veroordeling gefluisterd door Europa of de Verenigde Staten. Druppelsgewijs berichten de media over Tunesië.
In een niet-succesvolle poging om de protesten in te dijken heeft de regering al twee ministers en drie gouverneurs ontslagen, en heeft ze (opnieuw) mooie beloften gemaakt van investeringen en een antiwerkloosheidsplan. Het regime combineert deze maatregelen met brutale repressie. Meer dan twintig betogers verloren al het leven. Honderden anderen zijn gewond geraakt of gearresteerd. Lokale internetdissidenten, hackers gebruiken de nieuwe sociale media om de officiële black-out te omzeilen. Maar ook zij werden het doelwit van arrestaties en ontvoeringen door de politie de laatste weken. Uit solidariteit met deze digitale actievoerders werden een tiental officiële websites van de Tunesische regering ‘aangevallen’ en onbruikbaar gemaakt door de wereldwijde ‘internetpiraten’. Dezelfde die ook kant kozen voor de klokkenluiderssite Wikileaks tegen het Pentagon en het Witte Huis. Twee zeer kritische rapliedjes werden ook bijeen gezongen. Een liedje heeft als titel ‘President, uw volk is dood’ (zie http://www.facebook.com/video/video.php?v=132175546843487 ).
Maar de Tunesische jeugd is haar angst verloren. De laatste dagen zijn de manifestaties ook gesteund door de vakbonden. De universiteitsstudenten en scholieren vervoegen nu ook het protest. Deze beweging is het resultaat van een spontane sociale ontbranding. Geen enkele organisatie heeft het vuur aan de lont gestoken. Toch wordt organisatie noodzakelijk. Dat is de visie van Arabische site van de Internationale Marxistische Tendens, Marxy.com. In een uitgebreid artikel (zie Engelse vertaling: www.marxist.com/the-tunisian-spring-dec-2010.htm) dat verspreid wordt onder linkse Tunesiërs worden er voorstellen gedaan om de strijd beter te organiseren en een politiek doel te geven, namelijk de omverwerping van de dictatuur en de vervanging door een regering van, door en voor de arme massa’s. Op die manier kan Tunesië zich bevrijden van het juk van dictatuur van de Trabelsi-familie maar ook van dit van het kapitalisme.
Source: Vonk (Belgium)