Op 22 november 1965 werd Dipa Nusantara Aidit –de leider van de Communistische Partij van Indonesië – geëxecuteerd na de staatsgreep door generaal Suharto. In de anti-communistische zuiveringen die volgden op de staatsgreep zouden in totaal één miljoen Indonesische communisten de dood vinden.
Begin jaren zestig was de Communistische Partij van Indonesië (PKI) uitgegroeid tot een reusachtige partij met meer dan drie miljoen leden. Steunend op deze massa-aanhang had de partij de feitelijke macht in handen. De stalinistische leiding van de PKI koos echter voor een programma van kapitalistische ontwikkeling in alliantie met de “progressieve burgerij” in plaats van voor een programma van strijd voor het socialisme (de desastreuze twee-stadia-theorie).
Door de aarzelingen van de PKI-leiders kon een bloedbad niet vermeden worden. Op 30 september 1965 werden zes generaals van het Indonesische leger vermoord. Dit gaf het startschot voor de staatsgreep. Generaal Suharto verspreidde meteen een horrorverhaal op radio en TV waarin beweerd werd dat communistische vrouwen verantwoordelijk waren voor de moord op de generaals en de verminking van hun lichamen. Ondertussen is aangetoond dat de communisten niets te maken hadden met deze zaak, die achteraf gezien vooral de coupplegers en hun beschermheren goed uitkwam. Suharto zette een klopjacht in waarbij naar schatting één miljoen communisten gedood werden (de schattingen lopen uiteen van 500.000 tot twee miljoen slachtoffers). Iedereen die verdacht werd van banden met de PKI of van sympathieën voor het communisme moest eraan geloven. De precieze rol van de Amerikaanse inlichtingendiensten is nog steeds niet uitgeklaard. Het staat wel vast dat ze lijsten met namen van vermeende communisten overmaakten aan Suharto en dat ze het dictatoriaal regime op allerlei manieren ondersteunden.
De documentaire Shadow Play (2001) van de Australische regisseur Chris Hilton geeft een boeiend overzicht van de gebeurtenissen in 1965 en is online te bekijken.
Source: Vonk (Belgium)